Nemo tenetur in de samenloop van arbeidsrecht en strafrecht

Lees hier de scriptie De beteugeling van Scylla ten behoeve van Charybdis. Nemo tenetur in de samenloop van arbeidsrecht en strafrecht van Marijke te Hennep (Masterscriptie Open Universiteit, Rechtswetenschappen, begeleider: mr. dr. D.A.G. van Toor bsc., beoordeling: 8)

Is het strafrechtelijk gebruik van een verklaring die een werknemer in een hoorgesprek van de werkgever aflegt vanwege de verdenking van het plegen van een strafbaar feit binnen de onderneming, een schending van het nemo-teneturbeginsel?

Onderzoek van de arbeidsrechtelijke jurisprudentie toont aan dat de werknemer een spreekplicht heeft die enerzijds gebaseerd is op het ‘goed werknemerschap’ (artikel 7:611 BW) en anderzijds voortvloeit uit het privaatrechtelijk bewijsrecht (artikel 150 Rv): als de werknemer geen verweer voert komen de verwijten van de werkgever, tevens de gronden voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst, vast te staan. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt door Koevoets aangemerkt als sanctie (M.M. Koevoets, Wangedrag van werknemers, de bevoegdheid van werkgevers tot opsporing en sanctionering, Meppel: Boom 2006). Als de werknemer zwijgt kan dus ontslag volgen. Dit betekent dat de werknemer arbeidsrechtelijk een spreekplicht heeft onder sanctiedreiging.

Als de criteria die het EHRM hanteert om vast te stellen of een spreekplicht onder sanctiedreiging leidt tot een schending van het nemo-teneturbeginsel worden toegepast, blijkt vervolgens dat het gebruik voor het strafrechtelijk bewijs van de onder sanctiedreiging afgelegde verklaring van de werknemer neigt naar een schending van het nemo-teneturbeginsel. De werknemer wordt immers de vrijheid ontnomen om in het strafrechtelijk proces zijn procespositie te bepalen als hij in het arbeidsrechtelijk traject verplicht is te verklaren. De werknemer kan alleen nog vrij zijn strafrechtelijke procespositie bepalen als hij zwijgt in het arbeidsrechtelijk hoorgesprek.

Het aantal arbeidsrechtelijke uitspraken waarin de werknemer zwijgt in het arbeidsrechtelijk hoorgesprek blijkt toe te nemen. Het zwijgen van de werknemer hindert de waarheidsvinding van de werkgever. Gezien de verantwoordelijkheid van de werkgever voor de veiligheid van patiënten, werknemers en omgeving, is dit een maatschappelijk onwenselijke ontwikkeling. Derhalve is aansluiting bij de in de zaak tegen Van Weerelt gecreëerde bewijsuitlevering onder restrictie aan te bevelen (HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3640, r.o 3.8). Dit houdt in dat de werknemer voorafgaande aan zijn verklaring van strafrechtelijke zijde de garantie dient te krijgen dat zijn verklaring die hij in het arbeidsrechtelijke traject aflegt, niet strafrechtelijk gebruikt zal worden.

 

Afbeelding: Flickr

Over de auteur(s)