Kinderrechten en digitalisering

Komende maand is het een jaar geleden dat het VN Comité voor de Rechten van het Kind een nadere uitleg publiceerde over kinderrechten en digitalisering. Het document, General Comment No. 25, beoogt het VN Verdrag voor de Rechten van het Kind 1989 (IVRK) te verduidelijken in het licht van digitalisering. 

Teddyberen, Barbiepoppen of action heros die niet in staat zijn een onlineverbinding te maken verdwijnen uit de speelkamer. Bij spellen en games lopen de fysieke en online speelkamer naadloos in elkaar over. En vrijwel geen kind groeit meer op zonder zijn of haar aanwezigheid op social media platforms zoals TikTok en Instagram. Gevraagd naar hun favoriete baan ‘voor als ze later groot zijn’, antwoordde de meerderheid van de ondervraagde Britse kinderen tussen de 5 en 7 jaar onlangs: YouTube-influencer.

Het VN-document benoemt tal van kwesties. Onderliggend aan veel daarvan zijn de risico’s verbonden met het verdienmodel van aanbieders. Modern speelgoed is vaak ‘gratis’, d.w.z. dat voor de aanschaf niet behoeft te worden betaald. Aanbieders genereren inkomsten met het verzamelen en vervolgens doorverkopen van gegevens over voorkeuren en gedrag van de spelende kinderen. Advertenties en het verkopen van producten en diensten via de app waarmee wordt gespeeld (zgn. in-app aankopen) leveren ook geld op. Om dergelijke inkomstenbronnen te optimaliseren hanteren aanbieders tal van – veelal ondoorzichtige – praktijken. Een inkijkje biedt het vorig jaar gepubliceerde rapport van de 5rightsfoundation. Het bespreekt talloze manieren om het speelgoed zo te ontwerpen dat kinderen zo lang mogelijk aan het scherm gekluisterd blijven, de behoefte voelen om telkens weer naar datzelfde platform of die game terug te willen keren en voor hun vriendenkring en sociale contacten flink afhankelijk worden van aanwezigheid in het betreffende spel of op het platform. Simone van der Hof beschreef enkele van dergelijke ontwerpkeuzes – ook wel ‘dark patterns’ genoemd – in het Tijdschrift voor Jeugdrecht (2021/4). ‘Zo kunnen gamers verleid worden tot het aangaan van microtransacties door wapens of uitrusting schaars te maken of slechts voor een beperkte periode aan te bieden. Ook kan de spelvoortgang aan lange wachttijden worden gekoppeld, zodat spelers betalen om verder te kunnen gaan (‘pay to skip’). Door het gebruik van in-game of in-app valuta (denk aan V-Bucks in Fortnite of Coins in TikTok) verdwijnt de relatie met de echte waarde in euro’s, waardoor niet meer transparant is wat iets daadwerkelijk kost. Gedragsdata worden gebruikt om gericht de kwetsbaarheden van gebruikers te ‘targeten’, bijvoorbeeld door gamers zodanig aan elkaar te koppelen dat de waarschijnlijkheid van microtransacties wordt vergroot (‘monetized matchmaking’) of door de aandacht van de gebruiker op social media platforms zo lang mogelijk vast te houden (waardoor marketing meer effect heeft).’

Het VN-Comité kwalificeert deze en andere praktijken als schadelijk of onrechtvaardig voor kinderen en ze moeten daarom verboden worden. Nu zijn er, ook in ons land, de nodige wettelijke mogelijkheden om de praktijken aan te kunnen pakken. Ik noem de Wet oneerlijke handelspraktijken en de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Het komt echter uiterst spaarzaam tot handhaving. Uitzondering is de aandacht voor TikTok. Tegen dit platform zijn in ons land alleen drie claims ingediend en de Autoriteit Persoonsgegevens legde een fikse boete op.1

Toch is sinds het verschijnen van het genoemde VN-document wel het een en ander in gang gezet. Op meerdere momenten debatteerde de Tweede Kamer over de risico’s en bij het kabinet liggen diverse vragen van het Kamerlid Ceder (ChristenUnie). Deze zien onder meer op strengere voorwaarden in de Digital Services Act (DSA). Sinds de behandeling in het Europese Parlement, afgelopen november, is het ontwerp overigens al aangepast met een verbod op gerichte en gepersonaliseerde advertenties (art. 24 lid 1). Van een geheel andere orde zijn de plannen, afgelopen najaar aangekondigd door het – toen demissionaire – kabinet, voor strengere regels en een meldpunt om misstanden en kinderarbeid onder minderjarige in-fluencers aan te pakken. Verder verscheen vorig jaar de Code voor kinderrechten (codevoorkinderrechten.nl). Inspiratie hiervoor werd ontleend aan het initiatief van het Britse parlement: de Children’s Code (oftewel ‘Age appropriate design code’).2 

In een jaar tijd is kortom het nodige werk verzet. Maar als er iets is dat ik op mijn verlanglijst zou zetten, dan is het de verplichting – bij wet – van een kinderrechten impact assessment voor bedrijven die goederen en diensten aan en voor kinderen aanbieden. Het vormt een belangrijk element in de aanbevelingen van het VN-Comité, mede omdat de resultaten van deze assessment openbaar gemaakt moeten worden. Een dergelijke beoordeling is omvattender dan de bestaande dataprotectie impact assessment (art. 35 AVG). Immers, het dwingt bedrijven om de bredere effecten van hun digitale diensten op kinderen in kaart te brengen en praktijken te vermijden die onwenselijk zijn met het oog op het welzijn van kinderen dan wel hen schade berokkenen. Zo’n impact assessment mag overigens niet een eenmalige exercitie blijven. Talloze effecten manifesteren zich immers pas op de langere termijn. Met de verplichting wordt de druk opgevoerd om, veel meer dan nu, tijdens zowel het ontwikkelproces als de commercialisatie van gedigitaliseerde producten rekening te houden met de belangen van kinderen. Bovendien kan het instrument een rol spelen bij de uitleg en handhaving van wet- en regelgeving. Afrondend: hopelijk geeft de Nederlandse wetgever opvolging aan de voorzet van het VN-Comité. Daarmee biedt het niet alleen een flinke stimulans voor bewustwording over invloed van technologie op kinderen, maar ook een extra juridische stok achter de deur voor techbedrijven die het niet zo nauw nemen met kinderrechten. 

Dit Vooraf verschijnt in NJB 2022/403, afl. 7.

Afbeelding: Banner photo created by jeswin - www.freepik.com

Noten:
  1. Zie tiktokclaim.org; stichtingtakebackyourprivacy.nl en massaschadeconsument.nl/nieuws/2021-09-07-nieuwe-claim-moet-handel-in-tiktok-profielen-aan-banden-leggen
  2. ico.org.uk/for-organisations/guide-to-data-protection/ico-codes-of-practice/age-appropriate-design-code/
Over de auteur(s)
Author picture
Corien Prins
Hoogleraar Recht en Informatisering