Innovation as a Counter­power in Digital Markets

Grote technologiebedrijven zoals Google, Meta en Amazon zijn bekend geworden door innovaties die handbestaande markten op hun kop hebben gezet. Google Search transformeerde de markt voor onlinezoekmachines, Facebook creëerde een nieuwe markt voor sociale media en Amazon’s Marketplace veranderde de boeken- en detailhandel fundamenteel. Deze disruptieve innovaties hebben hen niet alleen economisch ­succes opgeleverd, maar ook een buitengewone machtspositie in digitale markten en de samenleving als geheel. Opmerkelijk is dat deze bedrijven innovatie niet alleen inzetten om macht te verwerven, maar ook om hun machtspositie juridisch te verdedigen. In mededingingszaken stellen zij dat hun innovatieve karakter markten juist concurrerend houdt, en dat hun macht daarom geen reden tot zorg zou zijn. Dit benadrukt de noodzaak om kritisch te analyseren hoe innovatie werkelijk functioneert in digitale markten, en hoe het Europese mededingingsrecht daarmee zou moeten omgaan.

Binnen het rechtssysteem blijkt innovatie echter lastig te vatten. Innovatie is immers onzeker, onvoorspelbaar en moeilijk in juridische kaders te vangen, terwijl het recht juist duidelijke grenzen en zekerheid verlangt. Het Europese mededingingsrecht richt zich traditioneel op statische concurrentie, waarbij bestaande marktstructuren en prijseffecten centraal staan. Dit botst met de dynamische aard van innovatie. Vanuit deze spanning stelt dit proefschrift de vraag: hoe kan het Europese mededingingsrecht effectief omgaan met innovatie als tegenmacht tegen de macht van grote technologiebedrijven? In dit proefschrift van Lisanne Hummel wordt beschreven hoe innovatie op vier verschillende manieren een rol speelt binnen het Europese mededingingsrecht: als doel op van het mededingingsrecht, bij het afbakenen van relevante markten, als factor bij het beoordelen van marktmacht, en als schadetheorie bij het onderzoeken van machtsmisbruik of fusiecontrole. Analyse van deze rollen laat zien dat er een structurele discrepantie bestaat tussen de statische, neoklassieke benadering in het recht en de dynamische realiteit van innovatie. Deze kloof belemmert het vermogen van het recht om zijn doelen effectief te realiseren. Om die reden stelt dit proefschrift voor om gebruik te maken van alternatieve innovatietheorieën.

Disruptieve innovatietheorie laat zien hoe eenvoudige, ogenschijnlijk inferieure innovaties gevestigde markten kunnen veranderen, en onderstreept het belang van duidelijkheid over welk type innovatie bescherming verdient. De technologiecyclustheorie, met het concept van dominant designs, maakt inzichtelijk hoe innovatie een rol speelt vóór en ná de vestiging van een dominante technologie. En complexiteitstheorieën, zoals padafhankelijkheid en chaostheorie, benadrukken hoe innovatie onvoorspelbaar is en hoe belangrijk diversiteit is binnen complexe systemen zoals digitale markten.
Op basis van deze inzichten wordt een systematische aanpak voorgesteld: in mededingingszaken moet eerst worden vastgesteld welke rol innovatie speelt, vervolgens welke theorieën relevant zijn, en tot slot hoe deze theorieën concreet kunnen worden toegepast. Hoewel deze theorieën niet zonder beperkingen zijn, bieden ze een rijker en dynamischer beeld van innovatie dan de huidige juridische benaderingen. Daarmee kunnen ze het Europese mededingingsrecht helpen om innovatie effectiever te beschermen als tegenmacht tegen de macht van grote technologiebedrijven, en zo beter het competitieve proces bewaken.

Hummel promoveerde op 7 mei 2025 aan de juridische faculteit van de Universiteit Utrecht. Promotor: prof. dr. A Gerbrandy, co-promotor: dr. J. Sluijs.

Lisanne Hummel
Innovation as a Counterpower in Digital Markets: Rethinking EU competition law


Ridderprint 2025, ISBN 978 90 393 7840 3
Deze dissertatie is ook beschikbaar via open access

Over de auteur(s)