In de regel handhaven

Lees hier de scriptie: 'In de regel handhaven: een onderzoek naar het in handhavingsbeleid op het gebied van respectievelijk het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht invulling geven aan de drie fasen van handhaving (toezicht, het opleggen van een herstelsanctie en de tenuitvoerlegging van een herstelsanctie)' van Marjet van Beem (masterscriptie Nederlands recht (bestuursrecht), Radboud Universiteit Nijmegen, begeleiders: de heer mr. B. Kaya en de heer mr. L.J.M. Timmermans, beoordeling: 8).

Vanwege de discretionaire formulering van hun (herstelsanctie-)bevoegdheden, beschikken bestuursorganen in het kader van handhaving over beleids- en beoordelingsvrijheid. In de praktijk hanteren bestuursorganen in dat kader vaak een vaste gedragslijn die is neergelegd in handhavingsbeleid. De (bijzondere) wet en de jurisprudentie kunnen echter invulling geven aan een discretionaire bevoegdheid door eisen te stellen aan zowel handhaving als handhavingsbeleid. De (bijzondere) wet en de jurisprudentie leveren aldus de toetsingscriteria voor het in de praktijk aangetroffen handhavingsbeleid.

In deze scriptie staat dan ook de vraag centraal hoe binnen het kader van de (bijzondere) wet en de jurisprudentie in handhavingsbeleid op het gebied van het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht invulling kan en (in de praktijk) wordt gegeven aan handhaving. Handhaving wordt daarbij als overkoepelend begrip gehanteerd, dat kan worden onderscheiden in drie fasen: toezicht, sanctionering en tenuitvoerlegging.

In het eerste hoofdstuk wordt nader ingegaan op de drie fasen van het overkoepelende begrip handhaving. Voorts wordt aandacht besteed aan de plicht om in de regel te handhaven en de invloed van de (bijzondere) wet en de plicht om in de regel te handhaven op de vaststelling van handhavingsbeleid. In de daarop volgende hoofdstukken wordt per handhavingsfase (toezicht, sanctionering en tenuitvoerlegging) gekeken hoe binnen het kader van de (bijzondere) wet en de jurisprudentie in handhavingsbeleid op het gebied van respectievelijk het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht invulling kan en (in de praktijk) wordt gegeven aan de desbetreffende fase.

Op basis van deze toetsing van handhavingsbeleid uit de praktijk aan het toetsingskader dat voortvloeit uit de (bijzondere) wet en de jurisprudentie, wordt geconcludeerd dat bij de vaststelling van handhavingsbeleid op het gebied van zowel het omgevingsrecht als het financiële bestuursrecht niet alleen op het punt van transparantie, maar ook ten aanzien van de capaciteitstoerekening nog de nodige winst valt te behalen.  

 

Bron afbeelding: driek

 

 

Over de auteur(s)