Gerrymandering

Op 27 juni 2019 heeft de US Supreme Court een belangrijke en principiële, maar intern sterk verdeelde, beslissing genomen in een tweetal (gevoegde) partisan gerrymandering-zaken, Rucho en Lamone.1 Wat is eigenlijk (partisan) gerrymandering? 

De term is terug te voeren op de in 1812 fungerende gouverneur van Massachusetts, Elbridge Gerry, die een wet tot wijziging van de districtsindeling ondertekende.

AfbeeldingZoals de cartoon uit de Boston Gazette van 26 maart 1812 laat zien, kreeg een van de districten een draak- of salamanderachtige vorm, hetgeen leidde tot de samentrekking Gerry-mander. Kort gezegd is gerrymandering2 het herbepalen van de grenzen van districten om daar langjarig3 electorale voordelen mee te behalen. Er bestaan verschillende methoden van gerrymandering. De belangrijkste twee, ook aan de orde in Rucho en Lamone, zijn cracking en packing. Cracking is het, door het creatief trekken van grenzen, verspreiden van vijandige groepen kiezers zodat die in hun nieuwe districten steeds geen meerderheid vormen. Packing is het juist samentrekken van vijandige kiezers in één district zodat ze daar een overweldigende meerderheid halen, maar die verliezen in de andere districten. En er bestaat ook iets als stacking. Dat is het samenvoegen in één district van ongeveer gelijke groepen kiezers met, bijvoorbeeld, respectievelijk een laag inkomen en een hoog inkomen. Omdat de groep met een hoog inkomen bijna steeds een hoger opkomstpercentage kent, zal die groep winnen. Tot slot kan er ook met specifieke personen, kandidaten, worden geschoven. Dat kan gaan om hijacking (het in één district positioneren van twee sterke kandidaten van de andere partij, waardoor er dan altijd een onschadelijk wordt gemaakt) of kidnapping (een sterke kandidaat van de andere partij juist in een district laten terechtkomen waar hij minder steun geniet en dus verliest).

Rucho speelt zich af in North Carolina. Daar droegen de republikeinse senatoren Rucho en Lewis het Redistricting Committee op om een nieuwe kaart te tekenen met het expliciet vooropgezette doel om 10 van de 13 zetels te winnen, terwijl de republikeinse partij maar 55% van de stemmen had. Met gebruikmaking van big data en slimme technologie lukte dat: in 2016 wonnen zij 10 van de 13 zetels met 53% van de stemmen en in 2018 was de winst 9 van de 12 zetels met 50% steun. Lewis legde uit: “I think electing Republicans is better than electing Democrats. I drew this map because I do not believe it is possible to draw a map with 11 Republicans and 2 Democrats”. Lamone gaat over Maryland. Daar hadden de democraten steeds de meerderheid (5 à 6 zetels van de 8), maar nooit in het zesde district. Door nieuwe grenzen te trekken bleek het voor de democraten mogelijk om dit district te hertekenen en zie: in de vier verkiezingen die volgden, haalden de democraten nooit meer dan 65% in totaal, maar wonnen zij steeds 7 van de 8 zetels. In beide staten hebben de statelijke District Courts hier een streep door gezet en mogen de gemanipuleerde kaarten niet gebruikt worden bij toekomstige verkiezingen. Dan komt de zaak bij de US Supreme Court.

In de meerderheidsbeslissing, geschreven door Justice Roberts (en onderschreven door Thomas, Alito, Gorsuch en Kavanaugh) wordt eraan gememoreerd dat de opstellers van de US Constitution het aan politieke organen hebben opgedragen om vragen rondom districting onder ogen te zien en te bewaken. Hoewel de US Supreme Court in twee gevallen een corrigerende rol voor zichzelf heeft gezien, betreffende de fundamentele principes van one man one vote en non-discrimination, vindt de meerderheid niet dat het aan de rechter is om in het algemeen grenzen te stellen aan gerrymandering. Immers, als door de wetgevende macht districting is toegestaan, hoe kan dan op een clear, manageable and politically neutral wijze worden vastgesteld wat wel en niet kan? Oftewel, hoe bepaal je how much is too much? De meerderheid concludeert dan dat de rechter in dit soort zaken geen bevoegdheid toekomt.

Een geharnast minderheidsstandpunt, verwoord door Justice Kagan en onderschreven door Ginsburg, Breyer en Sotomayor, leidt tot een felle dissent. Die dissent wijst op de Onafhankelijkheidsverklaring, waarin staat: Governments derive their just Powers from the Consent of the Governed. Zoals de US Supreme Court heeft overwogen:4 The core principle of republican government is that the voters should choose their representatives, not the other way around. Gerrymandering in extremis betekent dat het de gekozenen zijn die hun kiezers kiezen. De minderheid concludeert dat de District Courts in beide zaken een maatstaf hebben gehanteerd die wel degelijk duidelijk, werkbaar en politiek neutraal is.5 Zij beantwoordt de vraag naar de grenzen van gerrymandering simpelweg met: “This much is too much”. En Kagan sluit af: “Of all times to abandon the Court’s duty to declare the law, this was not the one. (…) With respect but deep sadness, I dissent.

Dit is misschien de eerste zaak waarin de consequenties van de nieuwe samenstelling van de US Supreme Court goed zichtbaar worden. Men kan het met de uitkomst eens zijn of deze juist diep betreuren. Hoe dan ook, Gouverneur Gerry heeft heel wat teweeggebracht.

Dit Vooraf wordt gepubliceerd in NJB 2019/1657, afl. 28

 

  1. Rucho et al. v. Common Cause et al., No. 18-422 and Lamone et al. v. Benisek et al., No 18-726.
  2. Ook wel, neutraler, districting of redistricting genoemd.
  3. Ik geloof dat de districtsindeling in de meeste staten van de VS iedere tien jaar herzien wordt.
  4. Arizona State Legislature v. Arizona Independent Redistricting Commission et al., No 13-1314.
  5. Die maatstaf was: (1) is er sprake van predominant purpose, gericht op (2) een (ook bereikt) substantial dilutive effect op het kiezersbestand van de andere partij en (3) is er al dan niet voldoende, niet op partijbelang gestoelde, rechtvaardiging voor de kaart.
Over de auteur(s)
Author picture
Coen Drion
Advocaat-partner bij Jones Day