Lees hier de scriptie Erkenning en tenuitvoerlegging buiten verordening en verdrag: het huidige stelsel op de schop? Een onderzoek naar de wenselijkheid van een wijziging van artikel 431 Rv van Robin Tess Bolland (Masterscriptie Ondernemingsrecht, Vrije Universiteit Amsterdam, begeleiders: mr. dr. Marek Zilinsky en prof. mr. Paul Vlas, beoordeling: 9)
Degene die in een vreemd land, niet zijnde een EU-lidstaat, een gunstige veroordelende rechterlijke beslissing heeft verkregen, kan deze beslissing niet zonder meer ten uitvoer leggen in Nederland. Ingevolge artikel 431 lid 1 Rv kan, in gevallen waarin er geen verordening of verdrag van toepassing is, de buitenlandse beslissing niet in Nederland ten uitvoer worden gelegd. Wel biedt artikel 431 lid 2 Rv de mogelijkheid om het geding opnieuw bij de Nederlandse rechter te laten behandelen.
In de jurisprudentie is in de loop der tijd de praktijk ontwikkeld dat in een procedure op de voet van artikel 431 lid 2 Rv een inhoudelijke herbeoordeling achterwege kan blijven, als de buitenlandse beslissing voldoet aan bepaalde erkenningsvoorwaarden. Is dit het geval, dan wordt het buitenlandse vonnis erkend in Nederland. Het nieuwe Nederlandse vonnis kan dan zonder nieuw onderzoek gewezen worden conform de buitenlandse beslissing. Deze praktijk is door de Hoge Raad bevestigd in het bekende Gazprombank-arrest.
Naar aanleiding van de ontwikkelingen in de jurisprudentie klinkt in de literatuur en de rechtspraktijk de roep om wijziging van artikel 431 Rv, teneinde dit in overeenstemming te brengen met de praktijk. In deze scriptie onderzoekt Robin Tess Bolland de mogelijkheid van een wijziging van het artikel en, meer specifiek, van de invoering van een exequaturmogelijkheid onder voorwaarden. De scriptie wordt afgesloten met een tekstvoorstel voor een nieuw artikel 431 Rv en een aantal overwegingen voor de wetgever.
Bron afbeelding: Pixabay