
Komt een aan lager wal geraakte, ontredderde en dakloze verslaafde in aanmerking voor een ziekteuitkering?
De Zaak
Een dakloze en verslaafde vrouw, sinds zes jaar werkloos, wil in hoger beroep erkend worden onder de Ziekenwet en (weer) in aanmerking komen voor ziekengeld. Die uitkering trok uitkeringsinstantie UWV in, met instemming van de rechtbank. En wel omdat ze theoretisch in staat was om te werken. Haar verslaving was ook geen reden om arbeidsongeschiktheid aan te nemen. Die verslaving dwong namelijk niet tot een opname of een klinische behandeling. En ze heeft ook geen gebreken die uit de verslaving voortvloeien. Met andere woorden: verslaafden waar verder niks bijzonders mee is, moeten van de rechtbank in principe werken.
Wat is haar geschiedenis?
Zij verliest in 2007 haar baan in de horeca als barvrouw/bedrijfsleidster door de lichamelijke en psychische gevolgen van huiselijk geweld. Daardoor raakt ze arbeidsongeschikt. Maar die uitkering wordt in 2009 ingetrokken omdat haar ongeschiktheid dan minder dan 35 procent is. Bij de keuring wordt vastgesteld dat zij in beginsel zou kunnen werken in beroepen als ‘productiemedewerker voedingsmiddelen, archiefmedewerker en schadecorrespondent’. Ze gaat daartegen niet in bezwaar of beroep.
In 2010 meldt zij zich ziek: rugpijn en psychische klachten. De bedrijfsarts en de psychiater beoordelen haar toestand. Haar ziekteuitkering wordt eind 2010 beëindigd. Ze zou tenminste één van de genoemde functies moeten aankunnen. Tegen die afwijzing gaat ze wel in bezwaar en beroep, en nu dus in hoger beroep.
Wat zijn haar argumenten?
In hoofdzaak dat haar verslaving wel degelijk ernstig ontregelend was en dus als ziekte erkend had moeten worden. Weliswaar was ze niet opgenomen, maar dat had wel gemoeten. Ze zwierf, was onder invloed van alcohol en drugs en constant bang voor haar ex-vriend. Dat leidde tot een „een totaalgebrek aan persoonlijk en sociaal functioneren” en „ondoelmatig handelen”. De rechter moet de wet ruimer uitleggen.
Wat zegt de rechter?
Ziekengeld krijg je alleen als er een rechtstreeks en objectief vast te stellen verband is tussen ziekte of gebreken en de arbeidsongeschiktheid. Dat is dan haar oorspronkelijke arbeid (barvrouw) of arbeid waar je later nog geschikt voor wordt gevonden (bijv. archiefmedewerker). Was haar verslaving nu een ziekte of houden haar gebreken daarmee verband? De verslaving is op zichzelf geen ziekte of gebrek, vindt de rechter. Haar sociale toestand is vooral daarvan een gevolg en komt voor eigen risico. Dat is alleen anders als er objectieve medische beperkingen rechtstreeks ontstaan door die verslaving. Er was bij haar geen psychiatrisch ziektebeeld. Weliswaar was er sprake van ‘vluchtgedrag’ en leefde ze in reële angst maar die zijn geen beletsel om te werken. Ze was onder behandeling, maar die heeft ze zelf gestaakt. Ze krijgt dus geen ziekengeld.
De uitspraak (ECLI:NL:CRVB:2013:2680) is hier te vinden.
Deze Uitspraak is ook te lezen op Recht en Bestuur.
Bron afbeelding: Franco Folini