De prijs van duurzaamheidsrapportages

De Corporate Sustainability Reporting Directive (Ri 2022/2464) zei me tot voor kort niets. Iets over duurzaamheid in jaarrekeningen. Ongetwijfeld interessant voor de liefhebber, maar ver van mijn bed. Na een congres over deze CSRD weet ik wel beter.1

Duurzaamheid is net zo iets als privacy: wie kan ertegen zijn? Van het Europese privacy-instrument – de AVG – weten we dat dat een geheel nieuwe bedrijfstak heeft opgeleverd voor juristen, consultants en uitgevers, maar de meeste mensen tot wanhoop drijft. We weten echter ook dat de AVG op het wereldtoneel leidend is: Nederlandse deskundigen leggen aan Microsoft, Zoom en Google uit aan welke eisen ze moeten voldoen. Ik vroeg me in dat licht af wat ik van het Europese duurzaamheidinstrument moet vinden. Staan we aan de vooravond van een eindeloze en grotendeels zinloze papierwinkel die vooral een nieuwe bedrijfstak gaat scheppen, of is de CSRD het begin van echte verbeteringen in het bedrijfsleven in verband met bio­diversiteit, gendergelijkheid en lobbyactiviteiten? Ik verzin het niet: deze richtlijn gaat niet alleen over klimaat, maar over andere milieufactoren, en verder over sociale- en mensenrechtenfactoren en governance (verg. artikel 29ter CSRD). De ambitie is tomeloos en – bereid je er maar op voor – gaat ook een enorme impact krijgen.

Het gekke is dat de CSRD niet meer doet dan voor ongeveer 50.000 bedrijven in Europa jaarlijkse rapportageplichten opleggen. Het is niet helemaal duidelijk om hoeveel bedrijven het in Nederland gaat: 3500 waarschijnlijk, waarvan de 150 beursgenoteerde bedrijven al gewend zijn over duurzaamheidskwesties te rapporteren. Dat doen ze niet ten behoeve van Extinction Rebellion, Black Lives Matter of Transparancy International. Dat doen ze omdat hun werknemers, aandeelhouders, zakenpartners en consumenten zich ook zorgen maken over het klimaat en kinder­arbeid. Papier is geduldig en elk bedrijf kan gratuite opmerkingen maken over duurzaamheid, maar steeds meer (institutionele) beleggers willen weten wat dat in concreto betekent. Met de rapportageplicht die vanaf 2025 de grote bedrijven betreft en vanaf 2026 de middelgrote, gaan accountants meetbare doelstellingen toetsen. Vanwege de fijnmazige materiële regulering in verband met klimaat en energie is dat bij die onderwerpen misschien nog te doen – hoewel uit een steekproef onder beursgenoteerde bedrijven bleek dat de helft tekort schiet in nakoming van de bestaande rapportageverplichtingen dienaangaande. Als het gaat over de andere duurzaamheidsrisico’s wordt het nog moeilijker. Hoe onderbouwt een textielbedrijf de bewering niet mee te werken aan kinderarbeid? En trouwens: welke accountant die de jaarrekening moet goedkeuren, kan dat controleren? In het begin zullen accountants wel genoegen mogen nemen met ‘limited assurance’, maar hoe lang duurt het tot ze ‘reasonable assurance’ verlangen? Wat daarvan zij, over een half jaar moet worden begonnen met het verzamelen van gegevens ten behoeve van de eerste jaarrekeningen.

Het is ondenkbaar dat iedereen onmiddellijk goed zal rapporteren over de 1200 ‘datapunten’ waarover rapportage verplicht kan zijn. Niettemin is de vraag wat er gebeurt als die rapportage ondermaats is. Op dit moment is de AFM op grond van de Wet toezicht financiële verslaggeving belast met toezicht op niet-financiële verslaggeving van beurs­genoteerde bedrijven. Daarbij kan de AFM in een uiterste geval de Ondernemingskamer vragen op te treden. Maar het zwaartepunt van de handhaving van de CSRD ligt niet bij een publiekrechtelijke handhavingsautoriteit. 

De handhaving van de CSRD gebeurt van onderop. Jaarrekeningen e.d. spelen een rol bij banken die beslissingen over de financiering van projecten nemen, en bij gemeenten en provincies bij het verstrekken van vergunningen, subsidies en aanbestedingen. Zou de gemeente daar niet op letten dan gaat de gemeenteraad piepen: ‘weet u wel, wethouder, dat dit bedrijf niet garandeert zich aan de klimaatdoelstellingen te houden?’ Het is ook te verwachten dat een Ondernemingsraad vragen gaat stellen, bijvoorbeeld of hij instemmingsgerechtigd is bij de vaststelling van de arbeidsomstandigheden in het jaarverslag, waarover nu ook moet worden gerapporteerd. En dan zijn er advocatenkantoren die voor een vergelijkbaar dilemma komen als het kantoor dat Rusland bijstond: moeten we wel door met deze klant die zo slecht presteert in de duurzaamheidrapportage? Wat voor advies geven ze aan het bedrijf dat zaken doet met een leverancier in India die kinderen vanaf twaalf jaar laat werken, maar tevens scholing en voeding voor die kinderen garandeert? Gaat het advies beïnvloed worden doordat het bedrijf in de jaarrekening de naam van het adviserende advocatenkantoor erbij zal zetten? 

Al die openbaarheid en toetsbaarheid via de jaarrekeningen is natuurlijk geweldig voor activisten die het om de duurzaamheid gaat – prima. De vroegere, minder precies geformuleerde richtlijn die alleen van grote bedrijven een niet-financiële verklaring vereiste (de NFRD, Ri 2013/34) droeg immers niet voldoende bij aan de verbetering van de wereld. Maar de rechtspraak mag de borst natmaken. De CSRD zal aan de basis staan van conflicten waarvan de grondslag eerder aan het oog werd onttrokken. De openbaarheid zal leiden tot nieuwe rechtszaken over duurzaamheidskwesties in uiteenlopende domeinen. Dan heb je nauwelijks verdere, materiële duurzaamheidswetgeving nodig, die er voor grote bedrijven met de Directive on corporate sustainability due diligence overigens al wel ligt.2

Natuurlijk is de CSRD een feestje voor accountants en juristen – en voor bureaucraten die van papierschuiven houden. Maar ik geloof de voorstanders van de CSRD wel, dat deze richtlijn kan bijdragen aan het verbeteren van de duurzaamheid. Het daadwerkelijke effect ontstaat niet als gevolg van dwang door handhaving van boven, maar door de verstrengeling van belangen en daarmee handhaving van onderop. Bedrijven gaan elkaar scherp houden, zullen de enthousiastelingen zeggen. De keerzijde is dat de maatschappelijke verdeeldheid groter wordt. De CSRD zal de strijd tussen de duurzamen en de minder duurzamen aanscherpen. De huidige stikstofcrisis laat zien hoe ingewikkeld dat kan uitpakken. 

 

Dit Vooraf wordt gepubliceerd in NJB 2023/1238, afl. 18

 

Afbeelding: Pixabay

 

Voetnoten

1 Stichting Legal Valley, Arnhem 11 mei 2023.

2 Zie Harm-Jan de Kluiver, ‘Kroniek van het ondernemingsrecht’, NJB 2023/1079, afl. 15.

Over de auteur(s)
Author picture
Ybo Buruma
Raadsheer in de Hoge Raad