De geringe toepassing van het jeugdstrafrecht bij 18- tot 23-jarige daders

Lees hier de scriptie Het voornemen tot het verhogen van de maximumduur van de jeugddetentie: een oplossing voor de geringe toepassing van art. 77c Sr? Over de geringe toepassing van het jeugdstrafrecht bij 18- tot 23-jarige daders van Veronique Rientjes (Masterscriptie Strafrecht, Rijksuniversiteit Groningen, begeleider: mr. E. Post, beoordeling: 8)

Art. 77c Sr maakt het mogelijk om 18- tot 23-jarigen een jeugdsanctie op te leggen. Met de wetswijziging van 1 april 2014 is beoogd de toepassing van dit artikel te bevorderen door de toepassingsmogelijkheden te verruimen. Hiertoe is de leeftijdgrens verhoogd naar 23 jaar en is de mogelijkheid ingevoerd om voor de terechtzitting de eventuele toepassing van art. 77c Sr te onderzoeken (art. 63 lid 5 en 6 Sv). Toch blijkt dat art. 77c Sr weinig wordt toegepast en daarom is in deze scriptie door Veronique Rientjes gezocht naar verklaringen hiervoor.

Verklaringen zijn gevonden in de terughoudende opstelling van de wetgever, het gebrek aan verplichtingen in het proces voor de terechtzitting en de wisselende omgang van rechters met de keuzevrijheid bij het al dan niet toepassen van art. 77c Sr. Art. 77c Sr wordt weinig toegepast omdat de toepassing vrijblijvend is en de praktijk lijdt aan een gebrek aan regie en inhoud. De wetgever is er met de wetswijziging van 2014, ondanks de wil om de toepassing van art. 77c Sr te bevorderen, niet in geslaagd een hanteerbare regeling te maken.

Aangezien het voornemen van minister Dekker tot het verhogen van de maximumduur van de jeugddetentie in wezen tevens een verruiming inhoudt van de mogelijkheden voor toepassing van art. 77c Sr, is middels jurisprudentieonderzoek onderzocht of dit de toepassing van art. 77c Sr zou kunnen bevorderen. Gebleken is dat de minister zijn voornemen mager heeft onderbouwd. In de jurisprudentie is namelijk geen aanleiding gevonden om aan te nemen dat rechters niet uit de voeten zouden kunnen met de maximumduur van de jeugddetentie en daarom zouden uitwijken naar het volwassenenstrafrecht. Een verhoging hiervan zal de toepassing van art. 77c Sr niet bevorderen en biedt daarom geen oplossing voor de geringe toepassing hiervan.

Gezien de gevonden verklaringen voor de geringe toepassing van art. 77c Sr is dan ook aanbevolen dat, in het kader van de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid, de wetgever duidelijkere regels maakt over welke jong­volwassenen, onder welke omstandigheden in aanmerking komen voor toepassing van het jeugdstrafrecht.

 

 

Bron afbeelding: Pixabay

Over de auteur(s)