Artikelen van Sigrid van Wingerden

Tijdschrift NJB 11 (2022)
Op naar de Verenigde Staten van Europa!
Lorenzo Nieuwenburg en Bart Jansen
De continuïteit en toekomst van de Europese Unie zou moeten worden gezocht in de mogelijkheid een EU te constitueren die op federaal-institutioneel niveau meer democratisch en meer rechtsstatelijk is. Een Europa dat niet bevreesd is haar eigen legitimiteit in een staat van permanente verandering te houden. De Federalist Papers, geschreven door de Founding Fathers van de Verenigde Staten, bevatten hiervoor belangrijke wenken. De Europese Unie zou daar haar voordeel mee kunnen en moeten doen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Gezondheidsbeleid vraagt om een geïntegreerde aanpak
Aart Hendriks, Jaap Sijmons en Brigit Toebes
De Nederlandse overheid neemt diverse maatregelen op het terrein van preventie. Het vergoeden van curatieve zorg laat zij over aan met elkaar concurrerende particuliere zorgverzekeraars. Deze scheiding van taken is niet effectief en draagt niet bij aan het hoogst haalbare niveau van gezondheid. Maar hoe moet het dan wel? Voortbouwend op het internationaal en grondwettelijk erkende recht op gezondheid onderzoeken de auteurs in deze bijdrage een aantal oplossingsrichtingen. Daarbij gaan ze ervan uit dat de bestaande – ook wettelijke – scheiding tussen preventie en curatieve zorg achterhaald is.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Een meer structurele inzet van de videoconferentie in strafzaken?
Miranda Boone, Marieke Dubelaar en Sigrid van Wingerden
Zittingen waarbij de verdachte via een videoverbinding door de rechter wordt gehoord hebben in het coronatijdperk een hoge vlucht genomen. Welke lessen kunnen er getrokken worden uit deze ervaringen met telehoren en welke principiële bezwaren en praktische obstakels moeten overwonnen worden om het telehoren een structurele plek in de strafrechtspraktijk te geven? Dit zijn urgente vragen in het licht van de aangekondigde voorstellen om telehoren een vaste rol te geven in de strafrechtspleging. Auteurs doen verslag van empirisch onderzoek dat is verricht naar de inzet van digitale middelen ten behoeve van het horen van verdachten en de effecten daarvan op positie van verdachten in het strafproces. De bevindingen nopen tot nadere bezinning.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Eerherstel voor Indiëweigeraars: naar een rehabilitatiewet?
Theo de Roos, Jurjen Pen en Stan Meuwese
De dienstweigeraars uit de periode 1945-1949 zijn uitgezonderd van de excuses die premier Rutte op 17 februari 2022 naar aanleiding van het onderzoek over de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog aanbood ‘aan een ieder in ons land die met de gevolgen van de koloniale oorlog in Indonesië heeft moeten leven’. Er hebben honderden Indiëweigeraars jarenlang in de gevangenis gezeten.

[verder lezen in NAVIGATOR]

23 maart 2022
Tijdschrift NJB 41 (2015)
Afscheid van de pro-formazitting in strafzaken?
Marieke Dubelaar, Jeroen ten Voorde, Sigrid van Wingerden en Rick van Leusden
De pro-formazitting is een bekend verschijnsel in het strafrechtelijk landschap. Het is een openbare terechtzitting die wordt gehouden omwille van de inachtneming van de termijnen van voorlopige hechtenis, maar waarbij de zaak nog niet inhoudelijk wordt behandeld. In het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering is men voornemens de wettelijke regeling zo in te richten dat pro-formazittingen in beginsel komen te vervallen. Aan de hand van de resultaten van empirisch onderzoek wordt inzichtelijk gemaakt wat in de praktijk de knelpunten zijn. Duidelijk zal worden dat er weliswaar aanleiding is om de wettelijke regeling aan te passen, maar dat bij de gekozen oplossing gelegen in verlenging van de termijnen van voorlopige hechtenis de nodige kanttekeningen moeten worden geplaatst tegen de achtergrond van de reeds royale toepassing van voorlopige hechtenis in Nederland en het streven om de doorlooptijden in het strafproces te verkorten.
Contant betalen: recht of gunst?
Bram Scholten
‘Alleen pinnen. Contant geld wordt niet geaccepteerd’. Dergelijke mededelingen komt men steeds vaker tegen. Maar mag dat altijd? De auteur verkent de grenzen en wijst op de bevoegdheid van het Europese Hof van Justitie uitleg te geven aan het begrip ‘wettig betaalmiddel’.
Herstel het domein van de rechter in de rechtsstaat
Paul Bovend'Eert
In een ongevraagd advies heeft de Afdeling advisering van de Raad van State onlangs aandacht gevraagd voor de rechtsbescherming van burgers bij bestuurlijke boetes. De Afdeling acht daar een verzwaring van het rechtsbeschermingsniveau nodig. Het is echter de vraag of het advies van de Afdeling op het punt van de rechtsbescherming ver genoeg gaat. Het domein van de rechter zou hersteld moeten worden als het gaat om het opleggen van sancties.
Geen discriminatie als gelijke behandeling verboden is?
Ulli Jessurun d’Oliveira
Het is soms niet makkelijk te onderscheiden tussen onderscheiden en discriminatie. Maar de ogen sluiten voor de discriminatoire kanten van de op stapel staande wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen van het Nederlanderschap bij terroristische misdrijven is gevaarlijke struisvogelproblematiek. Bovendien gebrekkig effectief en logisch niet houdbaar.
24 november 2015
Tijdschrift NJB 34 (2013)
Een bijna ongebreidelde beteugeling van de tijd
Martijn Stronks
Een analyse van aanscherpingen van de glijdende schaal
In 1990 werd de zogenaamde ‘glijdende schaal’ ingevoerd ten behoeve van de rechtszekerheid en versterking van de verblijfszekerheid van vreemdelingen. Maar deze schaal bleek in de daaropvolgende decennia een tijdmachine met vier knoppen waaraan naar believen gedraaid kan worden teneinde een restrictiever vreemdelingenbeleid te bereiken. De ernst van het misdrijf, de lengte van het verblijf, de toepasselijke straffen en de vreemdelingen op wie het beleid van toepassing is, het zijn allemaal instrumenten om de teugels aan te trekken. Met als resultaat eindeloze voorwaardelijkheid voor de migrant.
‘Krijgt hij nog een kans, of rekenen we af?’
Sigrid van Wingerden, Martijn Moerings en Johan van Wilsem
Rechters over de rol van het recidiverisico bij de straftoemeting
Het recidiverisico van de dader is in theorie een belangrijke straftoemetingsfactor indien gestraft wordt met het oog op speciale preventie. In deze studie wordt onderzocht welke rol het recidiverisico in de praktijk speelt bij de straftoemetingsbeslissing van de rechter. Rechters zeggen aan hoog-risico-daders eerder bijzondere voorwaarden op te leggen en altijd op zoek te zijn naar aanknopingspunten dat de dader zijn leven wil beteren. Dit getuigt van een straftoemetingpraktijk die gekenmerkt wordt door penal welfarism. Desalniettemin worden hoog-risico-daders soms wel zwaarder bestraft, echter niet vanwege hun recidiverisico, maar vanwege hun sanctielijn: als daders hun kansen om hun leven te beteren hebben vergooid, stappen rechters over op vergelding en incapacitatie. De straftoemetingspraktijk is dan ook een mix van traditionele vergeldingsgerichtheid, penal welfarism en new penology.
De Nederlandse Belastingdienst in de Tweede Wereldoorlog
Corjo Jansen
Peter Essers heeft in 2012 een diepgravend boek gepubliceerd onder de titel: Belast verleden. Het Nederlandse belastingrecht onder nationaalsocialistisch regime. De opstelling van de belastingdienst is, zo luidt het eindoordeel, weinig verheffend te noemen. In onderstaande beschouwing worden enkele algemene bespiegelingen gegeven naar aanleiding van de opstelling van de belastingdienst tijdens de Tweede Wereldoorlog waarbij gebruik wordt gemaakt van de analyses van de socioloog Lammers, die getracht heeft het bestuurlijke handelen tijdens de oorlog te verklaren met onder meer het begrip gezag.
Een waardeloos zwijgrecht?
Daan Doorenbos
Tweede Kamer opgelet! (deel 2)
Bij de volwaardige erkenning van de rechtspersoon als rechtssubject in het strafrecht en het bestuurlijk handhavingsrecht, past een volwaardige erkenning van zijn rechtspositie. Dan behoort rekening te worden gehouden met het simpele feit dat de rechtspersoon zich gedraagt, spreekt en zwijgt door middel van zijn mensen. De Minister van Economische Zaken wil het zwijgrecht van de onderneming inperken, in die zin dat ex-werknemers in de toekomst wel verplicht zullen zijn te verklaren over een vermeende overtreding van de ex-werkgever. Dit zal er echter toe leiden dat het zwijgrecht van de onderneming in voorkomend geval een waardeloze rechtswaarborg blijkt.
4 oktober 2013