Artikelen van Reinout Wibier
Blog
Waarom is het herstructureringsregime voor natuurlijke personen zoveel hardvochtiger dan voor ondernemingen?
Het enthousiasme over de WHOA roept de vraag op of aan natuurlijke personen niet ten minste een vergelijkbare mogelijkheid moet worden geboden om hun schuldenlast te herstructureren.


TijdschriftNJB 1 (2023)
Weerbare rechtspraak
Opinie nr. 25 van de Conseil Consultatif de Juges Européens (CCJE), een adviesraad van Europese rechters bij de Raad van Europa, verlangt weerbaarheid van rechters inzake de bescherming van de rechtsstaat. Bij voorkeur niet via een harde confrontatie in de politieke arena, want meestal is het dan al te laat. Het advies wil rechters juist instrumenten aanreiken om zich tijdig uit te spreken over zorgelijke ontwikkelingen in de rechtsstaat.
Is het EHRM zelf gebonden aan artikel 6 EVRM? Ik denk van niet.
Het lijkt zo vanzelfsprekend: dat het Europese Hof voor de Mensenrechten zich zelf ook behoort te houden aan de in artikel 6 EVRM neergelegde regels voor een eerlijk proces, zoals door het eigenste Hof in talloze uitspraken uitgelegd en vormgegeven. Maar is dat ook zo? In deze bijdrage wordt betoogd dat het EHRM niet aan artikel 6 EVRM gebonden is. En zelfs dat sommige regels waar het Hof wél aan gebonden is, in strijd komen met aspecten van artikel 6 EVRM. In de praktijk overschrijden veel uitspraken de redelijke termijn met vele jaren. De overladen werkvoorraad van het Hof zet het fair trial op verschillende manieren onder druk, een druk die deels door de lidstaten van de Raad van Europa kan worden weggenomen.
Betalen zul je!
Is de Wsnp er om mensen met een problematische schuldenlast te helpen? Of toch vooral om te zorgen dat die mensen alsnog zo veel mogelijk betalen aan hun schuldeisers? In een ideale wereld zouden beide doelstellingen worden behaald, maar de wereld is nu eenmaal niet ideaal. Als je vooral de belangen van optimale betaling wilt stimuleren en misbruik wilt voorkomen, behoeft de huidige regeling weinig aanpassing. Als je daadwerkelijk zo veel mogelijk mensen wilt helpen, ligt een aantal wijzigingen voor de hand.
Schuldhulp voor natuurlijke personen door middel van schuldregelen
Dit artikel schetst hoe de afhandeling van problematische schulden, zowel private als publieke, voor natuurlijke personen is geregeld in de diverse wetten, waarna het de focus legt op schuldregelen in de praktijk. De regelingen zouden beter op elkaar moeten worden aangesloten zodat natuurlijke personen – ook kleine ondernemers – de weg om problematische schulden duurzaam op te lossen sneller kunnen vinden en eerder zijn geholpen.

TijdschriftNJB 17 (2022)
Responsieve bestuursrechtspraak
Deze bijdrage gaat op zoek naar handvatten die hogerberoepsrechters kunnen gebruiken bij het vinden van een balans tussen enerzijds het leveren van maatwerk en anderzijds het bewaken van rechtseenheid en het bevorderen van rechtsontwikkeling. Het huidige rechtsbeschermingsstelsel wordt daarbij als uitgangspunt genomen. De zoektocht begint met globale beschouwingen over maatwerk en de functies van hoger beroep in de bestuursrechtspraak. Op basis daarvan worden enige voorstellen geformuleerd om de kool van het maatwerk en de geit van de rechtseenheid en rechtsontwikkeling te kunnen sparen.
Als herstel van vertrouwen het doel is, is herstelbemiddeling het middel
Als iemand een ander iets ernstigs heeft aangedaan en hij wil dat herstellen, zou een goed gesprek hierover bijvoorbeeld kunnen beginnen met: ‘Wat vreselijk dat ik u dit heb aangedaan, het spijt me heel erg, hoe kan ik het goedmaken?’ Daarmee laat de ‘dader’ zien dat hij de behoefte van de gedupeerde centraal stelt. De Staatssecretaris voor Toeslagen en Douane is op weg om deze aanpak leidend te maken in de hersteloperatie kinderopvangtoeslagaffaire. Maar zij is er nog niet. De beginselen van herstelrecht kunnen haar helpen om ook de laatste stappen in deze richting te zetten.
Waarom is het herstructureringsregime voor natuurlijke personen zoveel hardvochtiger dan voor ondernemingen?
Het enthousiasme over de Wet homologatie onderhands akkoord, voor ondernemingen in financiële problemen, roept de vraag op of aan natuurlijke personen niet ten minste een vergelijkbare mogelijkheid moet worden geboden om hun schuldenlast te herstructureren. Zij zijn aangewezen op de Wet schuldsanering natuurlijke personen, een regeling die met beduidend meer wantrouwen is opgetuigd dan de WHOA.
Twitteren over grondrechten in tijden van de pandemie
Sinds de coronacrisis zijn de Grondwet en grondrechten een veel grotere rol gaan spelen in de publieke discussie, ook op sociale media. De auteurs van dit artikel bekeken over een periode van 45 dagen alle tweets over grondrechten en de pandemie, en zagen dat de meerderheid daarvan een onjuist beeld van grondrechten schetst. De kloof tussen het beeld dat bestaat van grondrechten in de publieke discussie en de genuanceerde juridische werkelijkheid, lijkt juist in een crisis en met behulp van sociale media te kunnen bijdragen aan een afname van vertrouwen in de overheid. Waar grondrechten worden gebruikt om discussie in de kiem te smoren, bestaat een gevaar voor het functioneren van onze democratische rechtsstaat.
De recidivegronden voor voorlopige hechtenis getoetst aan artikel 5 EVRM
Een deel van de bevelen tot voorlopige hechtenis op de recidivegronden in Nederland lijkt in strijd te zijn met het EVRM. De in dit artikel aangehaalde empirische onderzoeken naar de voorlopige hechtenispraktijk gelegd tegen de eisen die het EHRM stelt aan de recidivegrond wijzen in die richting. Het is voorstelbaar dat een verdragsconforme toepassing van de recidivegronden met zich brengt dat Nederlandse rechters deze gronden voortaan minder vaak mogen toepassen dan nu het geval is. Nader jurisprudentieonderzoek is aangewezen om de juistheid van deze hypothesen te toetsen.

TijdschriftNJB 13 (2020)
Lobbypraktijken in en rond het Binnenhof
Bij de totstandkoming van politieke besluiten kunnen zich in de praktijk allerlei informele besluitvormingscircuits ontwikkelen. Voor elk van deze informele besluitvormingsstructuren kan de vraag gesteld worden hoe zij zich verhouden tot de formele besluitvormingsstructuren. Doen zij afbreuk aan officiële besluitvormingsmechanismen of aan de constitutionele positie van ambtsdragers die verantwoordelijkheid dragen voor de besluiten? Is het gewenst om ook voor deze informele overlegstructuren zekere regels te stellen?
In dit artikel worden deze vragen aan de orde gesteld met betrekking tot de (hoofdzakelijk) informele praktijk van beïnvloeding door belangenbehartigers/lobbyisten in politiek Den Haag. Eerst volgt een korte verkenning van lobbypraktijken in en rond het Binnenhof. Daarna wordt bekeken welke initiatieven tot nu toe genomen zijn op het punt van regulering van deze praktijk. En vervolgens wordt nagegaan in hoeverre nadere regulering gewenst is en op welke wijze.
In dit artikel worden deze vragen aan de orde gesteld met betrekking tot de (hoofdzakelijk) informele praktijk van beïnvloeding door belangenbehartigers/lobbyisten in politiek Den Haag. Eerst volgt een korte verkenning van lobbypraktijken in en rond het Binnenhof. Daarna wordt bekeken welke initiatieven tot nu toe genomen zijn op het punt van regulering van deze praktijk. En vervolgens wordt nagegaan in hoeverre nadere regulering gewenst is en op welke wijze.
De taak van de rechtswetenschapper
Juristen doen voortdurend wat volgens het betoog in dit artikel eigenlijk niet kan: allerlei standpunten innemen over wenselijk recht, terwijl hun expertise eigenlijk niet verder reikt dan aangeven of rechtsregels in het systeem zouden passen. Lang niet altijd ervaren zij dat ook als problematisch. Hoe kan dat?
Empirisch-juridisch onderzoek en de sprong van feit naar norm
De empirische bestudering van het recht is nodig vanwege de reality-check die het biedt. Bij de empirische bestudering van het recht is echter wel van groot belang dat men bewust is van de rechtvaardiging die nodig is voor de sprong van feit naar norm. Is een rechtvaardiging voor de sprong afwezig en maakt men deze sprong alsnog, dan wordt miskend dat het recht inherent normatief is en feiten daarom geen juridische normen en regels dicteren. In dit artikel wordt een stappenplan gepresenteerd aan de hand waarvan bepaald kan worden of in het recht een premisse aanwezig is die de sprong van feit naar norm rechtvaardigt.

TijdschriftNJB 36 (2018)
De Amsterdamse Top600- aanpak vraagt om bijsturing
De basis van het Amsterdamse Top600-initiatief is de consensus dat het om ernstig delinquente jongeren gaat die problemen hebben op diverse terreinen en dat hun aanpak een op de persoon toegespitste combinatie van lik op stuk en zorg vereist. Toch vraagt deze aanpak op een aantal punten om bijsturing. Dit artikel gaat in op vier kwesties: het ‘opjaagbeleid’, de oriëntatie op de jongere brusjes, de samenstelling van de lijst van 600 en de effectiviteit van de aanpak.
Lees het hele artikel in Navigator.
Moet het pleitbare standpunt ook een rol krijgen buiten het belastingrecht?
Vorig jaar heeft de Hoge Raad het pleitbare standpunt in het fiscale strafrecht dezelfde rol gegeven als in het fiscale boeterecht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het pleitbare standpunt tot nu toe geen invloed toegekend. Kan dat zo blijven of moet de afdeling bestuursrechtspraak ‘om’?
Lees het hele artikel in Navigator.
Geef ze een vinger
Na het sneuvelen van een aan de verdachte te richten decryptiebevel (het bevel om het wachtwoord prijs te geven waarmee hij digitale bestanden heeft beveiligd) in het, kortgeleden ook door de Eerste Kamer aangenomen, wetsvoorstel Computercriminaliteit III, wordt in een advies aan de Minister van Justitie en Veiligheid nu voorgesteld om de verdachte fysiek te kunnen dwingen een met zijn vingerafdruk beveiligde smartphone te ontgrendelen. Een dergelijke bevoegdheid is van belang voor de opsporing, maar het voorstel is in meerdere opzichten ondoordacht en leidt in zijn huidige vorm gemakkelijk tot strijd met het in art. 6 EVRM geïmpliceerde nemo tenetur-beginsel.
Lees het hele artikel in Navigator.
Perspectieven op de uitleg van overeenkomsten
De rechtspraak van de Hoge Raad geeft een prachtig abstract model van de wijze waarop contracten moeten worden uitgelegd. De werkelijkheid is echter nooit geheel in dat model te vangen. Partijen zullen er soms goed aan doen om niet te twisten over het model, maar over wat zich heeft afgespeeld.
Lees het hele artikel in Navigator.
Uitleg, kan het eenvoudiger?
Mr. W.L. Valk schreef recentelijk, op basis van zijn uitgebreide kennis van literatuur en rechtsspraak, een fraaie bijdrage in het NJB over uitleg van rechtshandelingen. De ondertitel van zijn bijdrage luidt: 'Kan het eenvoudiger?' Ja, het kan eenvoudiger, maar dat is een kwestie van keuze.
Lees het hele artikel in Navigator.

TijdschriftNJB 10 (2016)
Aansprakelijkheid, zelfrijdende auto’s en andere zelfbesturende objecten
In dit artikel wordt de aansprakelijkheidsvraag bij zelfrijdende auto’s benaderd vanuit de positie van het slachtoffer, degene die wordt aangereden door een zelfrijdende auto. De verschillende aansprakelijkheidsgrondslagen die het slachtoffer ten dienste staan, zullen worden besproken. Zo wordt ingegaan op artikel 185 WVW, op aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad, productaansprakelijkheid en aansprakelijkheid voor gebrekkige roerende zaken. De laatste blijkt een sleutelrol te spelen, met als bepalende factor de wijze waarop artikel 6:173 BW wordt geïnterpreteerd: geldt daar een strenge norm die aansluit bij de maat-bestuurder voor gewone auto’s, of geldt daar een beperkte norm die aansluit bij de (beperkte) stand der techniek?
‘You need someone whose hands are dirty to find dirt’
Strafbare klokkenluiders moeten niet bij voorbaat worden uitgesloten van een geldelijke beloning. De Amerikaanse praktijk wijst uit dat juist insiders over belangrijke informatie beschikken.
De regulering van het vuurwapenbezit in de Verenigde Staten
Na de zoveelste schietpartij met dodelijke slachtoffers is de roep om strengere regulering van vuurwapenbezit in de Verenigde Staten groter dan ooit. Federale wetgeving die daarin voorziet, is tot op heden uitgebleven. Begin januari kondigde President Obama maatregelen aan die de aanschaf van vuurwapens strenger reguleren. In sommige staten zijn vergelijkbare maatregelen van kracht. Op 7 december 2015 heeft het Supreme Court geweigerd een tegen een van deze maatregelen ingesteld beroep in behandeling te nemen. Deze beslissing kan worden gezien als een belangrijk signaal dat de mogelijkheden tot regulering van het vuurwapenbezit in de Verenigde Staten groter zijn dan vaak wordt gesuggereerd.
Reactie op vuilnis in het vermogensrecht
In het NJB van 5 februari 20162 schrijft Jelle Jansen onder de opvallend goed gekozen titel ‘Vuilnis in het vermogensrecht’ een tot nadenken stemmende bijdrage over de vraag naar de eigendom van vuilnis. In deze bijdrage geef ik aan waarom ik zijn analyse niet deel.
Vuilnis in het vermogensrecht (II)
Anders dan Wibier stelt, trek ik geen parallel tussen de muntenworp in de Oudheid en het hedendaagse buitenzetten van vuilnis. De opvatting waarin het buitenzetten van vuilnis een aanbod is tot overdracht aan een onbekende noem ik onwerkelijk. Evenmin acht ik zoals Wibier suggereert het oordeel van de rechtbank inzake de met geld gevulde enveloppen onjuist.