Artikelen van Jaap Baar

Tijdschrift NJB 10 (2015)
Ervaringen met digitalisering in vier Europese strafrechtketens
Carolien de Blok, Aline Seepma, Dirk Pieter van Donk en Inge Roukema
Digitalisering en automatisering van (delen van) het strafrechtproces beogen zowel omvangrijke verbeteringen als kostenbesparingen. Het unieke karakter van het strafrecht maakt het lastig, zo niet onmogelijk, een vergelijking te maken met digitaliseringstrajecten in andere (publieke) sectoren. Dit artikel poogt op basis van een omvangrijke studie naar digitalisering van vier ogenschijnlijk voorop lopende Europese landen (Denemarken, Engeland, Estland en Oostenrijk) inzicht te verwerven en mogelijke lessen te trekken voor dit ambitieuze project in de Nederlandse strafrechtketen.
Stilzitten loont niet, als de tijd verstrijkt
Jaap Baar
Ondanks dat op overschrijdingen van de redelijke termijn sinds het arrest van juni 2008 van de Hoge Raad, niet langer de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie volgt, betekent dit niet dat de verdediging bij een inactief opsporingsapparaat met lege handen staat. Het is echter niet meer zo dat de verdediging zelf ook inactief kan blijven; activiteit is het sleutelwoord. Indien het OM blijft stilzitten, ondanks (aantoonbare) pogingen van de verdediging de zaak in beweging te krijgen, kan dit een rechter tot de conclusie brengen dat de zaak beëindigd dient te worden.
De executieplicht van het Openbaar Ministerie
Sonja Meijer
Bart van U. wordt verdacht van de moord op oud-minister Els Borst in februari vorig jaar en op zijn zus in afgelopen januari. Beide vrouwen werden vermoord in een periode dat de verdachte vast had behoren te zitten. In deze bijdrage wordt uitgelegd waarom het Openbaar Ministerie een in een eerdere zaak tegen deze verdachte gegeven bevel gevangenneming had behoren uit te voeren en wordt het belang van de executieplicht benadrukt.
Van ’s Konings Dierentuin naar Reflectie-Kamer
Jan Eskes
Nederland heeft de Eerste Kamer te danken aan de Belgen. Toen Souverein Vorst Willem, gebruik makend van Napoleons vlucht van Elba op 16 maart 1815, een machtsgreep deed door via een Proclamatie zichzelf de Koningskroon op te zetten en overigens met goedvinden van het Congres van Wenen België annexeerde, moest een en ander in een grondwet gelegaliseerd worden. De Belgen beschikten ruimschoots over adellijke titels en verlangden in de grondwetscommissie daarom een Eerste Kamer naar Engels model.
Stemmen bij volmacht
Robert Steenbergen
In 2014 stond het thema verkiezingen volop in de belangstelling. Met de gemeenteraadsverkiezingen in maart en de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei was er genoeg voer voor discussie.2 De Kiesraad heeft zoals gebruikelijk na de verkiezingen een advies uitgebracht aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
11 maart 2015
Tijdschrift NJB 7 (2014)
Heiligt het doel de middelen?
Robert Sanders en Niels Hupkes
‘A secret shared is a secret lost’ luidt een Engels spreekwoord. Juist die aanpak is gekozen in het wijzigingsvoorstel van de Advocatenwet dat nu bij de Tweede Kamer ligt: door naast de deken diverse andere functionarissen toegang tot advocatendossiers te geven bestaat het risico dat de vertrouwelijkheidsrelatie tussen advocaat en cliënt wordt doorbroken. Wel wordt volgens de jongste versie van het wetsvoorstel de kring van betrokken derden enigszins verkleind en ligt het primaat van het toezicht weer bij de lokale deken.
Onrechtmatig en onterecht binnentreden
Jaap Baar
De politie mag zich steeds repressiever opstellen tegen vermeende verdachten. Een anonieme melding is tegenwoordig al voldoende om strafvorderlijk optreden te sanctioneren. Voor degenen die de harde lijn aanhangen, is de minder stricte sanctionering rond vormverzuimen een gunstige ontwikkeling. Voor onschuldige burgers is een onterechte binnentreding van een woning echter behoorlijk ingrijpend. Onuitgenodigd binnentreden door de politie op basis van onterechte verdenkingen vindt waarschijnlijk op grotere schaal dan louter incidenteel plaats. Harde cijfers zijn niet voorhanden, dus zou onderzocht moeten worden of hier sprake is van een structureel probleem. Vooruitlopend hierop moet strakker de hand worden gehouden aan het begrip ‘redelijk vermoeden van schuld’ alsmede aan vormvoorschriften voorafgaand aan het zich toegang verschaffen van een verdacht pand.
Mediation in het openbaar bestuur en bestuursrecht
Aik Kramer
In het openbaar bestuur en het bestuursrecht wordt tegenwoordig op verschillende manieren mediation toegepast. Dit roept de vraag op hoe deze mediationtrajecten zich verhouden tot de bestaande processen voor (politieke) besluitvorming en ook tot juridische procedures. Aan de hand van een overzicht van verschillende mediation-toepassingen laat dit artikel zien wanneer een mediator kan worden ingezet en welke rol het betrokken bestuursorgaan in de mediation speelt. De stelling is dat er een belangrijk verschil is tussen bemiddelend bestuur (waarbij de overheid beslissingsbevoegd is en in dat kader zelf bemiddelt tussen partijen of een externe mediator inzet) en onderhandelend bestuur (waarbij de overheid zelf partij in het conflict is en op gelijke voet met andere partijen aan een mediation deelneemt).
Bescherming van staatlozen in Nederland vraagt om een aparte vaststellingsprocedure
Stans Goudsmit
Wereldwijd zijn er circa twaalf miljoen staatlozen. In Europa zijn dat er naar schatting 600.000. In Nederland staan 2000 personen als staatloos geregistreerd, maar onder de 80.000 die met het predikaat ‘nationaliteit onbekend’ getooid zijn, bevinden zich ongetwijfeld nog een substantieel aantal staatlozen. Dit jaar bestaat het Verdrag betreffende de status van staatlozen zestig jaar. Het verdrag biedt staatlozen toegang tot een aantal fundamentele mensenrechten. Er zou een aparte procedure tot vaststelling van staatloosheid moeten komen om deze mensen die toegang daadwerkelijk te verschaffen.
20 februari 2014