Artikelen van Bart Jan van Ettekoven
Blog
‘Tussen wet en recht’
Reactie van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.


TijdschriftNJB 2 (2021)
Verkrachting: what’s in a name?
Titel XIV van het Wetboek van Strafrecht gaat op de schop, waarbij onder meer seks tegen de wil op bredere grondslag strafbaar wordt. Het Verdrag van Istanbul en gewijzigde maatschappelijke opvattingen nopen inderdaad tot aanpassingen, maar de voorgenomen strafbaarstelling van verkrachting (artikel 241 Sr (nieuw)) in samenhang met de meer algemene strafbaarstelling van seks tegen de wil (artikel 239 Sr (nieuw)), voldoet niet. Seks tegen de wil, of je het nu verkrachting noemt of niet, moet krachtig worden bestreden. Alle reden dus om te pleiten voor een afdoende strafrechtelijke bescherming. Maar een waarschuwing voor een al te ongebreidelde beschermingsdrang en de daarin besloten gevaren is ook op zijn plaats. Vanuit dat oogpunt moet de wetgever terug naar de tekentafel.
‘Tussen wet en recht’
De toeslagenwetgeving is streng en is door de Belastingdienst/Toeslagen streng uitgevoerd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) heeft die uitvoering (de ‘alles-of-niets’-lijn) in 2011 gesanctioneerd. Dat is te verklaren door de combinatie van de tekst van de wet en het toenmalige misbruik van toeslagen. De ABRvS is lang in de ‘strenge groef’ blijven hangen. Zij had eerder kunnen bijdragen aan de noodzakelijke correctie van ‘systeemfalen’ van de wetgever en in de uitvoering. De ABRvS heeft de wet tot 2019 als dwingend beschouwd. Gelet op de later gebleken gevolgen in de uitvoering is dat in retrospectief ongelukkig. Bij dwingend recht is er immers geen ruimte voor de menselijke maat op basis van evenredigheid. De ABRvS heeft in oktober 2019 haar rechtspraak op dit punt gewijzigd en de Belastingdienst/Toeslagen alsnog gedwongen tot maatwerk. Dat was nodig om recht te doen, ondanks de wet. Bij haar harde oordeel over de bestuursrechtspraak is de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (hierna: de commissie) voorbijgegaan aan het dilemma hoe recht te doen bij harde dwingendrechtelijke wetgeving. De commissie roept alle instanties op tot reflectie. De ABRvS neemt deze oproep ter harte en komt met een aantal concrete voorstellen.
Black names matter?
Ook in Nederland is steeds meer aandacht voor een aspect van het slavernijverleden dat ziet op de geslachtsnaam: er is een groeiend aantal mensen dat de geslachtsnaam die de voorouder bij het afschaffen van de slavernij was toebedeeld, wenst te veranderen. Het strikte Nederlandse stelsel van naamswijziging maakt dit echter (vrijwel) onmogelijk. (Hoog) tijd om daar verandering in te brengen.
Inleiding in het Surinaams recht voor onroerende zaken
Het Surinaams grondbeleid is ouder dan het Surinaams Burgerlijk Wetboek. Vanuit de koloniale geschiedenis is een eigen recht ontstaan met eigen principes. Opvallend is het ontbreken van eigendom, in Suriname 'BW-eigendom' genoemd. Dit artikel is een inleiding in het complexe Surinaams grondbeleid. Twee vragen staan centraal. Als eerste de vraag of de traditie van het burgerlijk recht de grondslag is van het grondbeleid. De tweede vraag is of BW-eigendom een grotere rol verdient in dat grondbeleid.

TijdschriftNJB 7 (2019)
Constitutionele toetsing in een weerbare democratische rechtsstaat
Het vervallen initiatiefwetsvoorstel Halsema/Van Tongeren/Buitenweg tot herziening van artikel 120 Grondwet (gedeeltelijke opheffing van het gedeeltelijk verbod van rechterlijke constitutionele toetsing ex post) heeft twee belangrijke gevolgen gehad: versterkte aandacht voor de constitutionele toetsing ex ante en de herziening van artikel 137 Gw (herzieningsprocedure van de Grondwet). Beide komen eveneens aan bod in het advies van de staatscommissie parlementair stelsel. De staatscommissie doet bovendien voorstellen om feitelijk het initiatiefwetsvoorstel Halsema/Van Tongeren/Buitenweg in gemodificeerde vorm te revitaliseren.
Lees het hele artikel in Navigator.
Partijverbod: geen goed idee
Een aanbeveling van de Staatscommissie parlementair stelsel die nog te weinig aandacht heeft gekregen betreft het wettelijk gaan regelen van een partijverbod. De Staatscommissie ziet het al helemaal voor zich; en heeft ervoor een ‘escalatieladder’ opgesteld.
Lees het hele artikel in Navigator.
De verschillende doeleinden van constitutionele toetsing
De Staatscommissie herziening parlementair stelsel (Commissie-Remkes) presenteert in haar eindrapport naast vele voorstellen op het gebied van de representatieve democratie ook twee voorstellen daarbuiten: een correctief bindend referendum en een posterieure constitutionele toets van wetten in formele zin door een nieuw op te tuigen Constitutioneel Hof. In deze bijdrage zal ik kort stilstaan bij dit laatste voorstel en bepleiten dat, gelet op de mogelijke doeleinden voor constitutionele toetsing, de keuze voor een meer omvattender variant in de rede had gelegen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Onderzoek naar Nederlands recht in de knel door internationalisering
Het sectorplan Rechtsgeleerdheid signaleert terecht dat het Nederlandstalig rechtswetenschappelijk onderzoek in de afgelopen jaren door beleid en praktijk in de knel is gekomen. Maar is het sectorplan voldoende om het tij te keren? Om de academische kwaliteit van onze opleidingen Nederlands recht te garanderen, maar bovenal om ook een bijdrage te kunnen leveren aan het Nederlandse maatschappelijk debat, is meer nodig, namelijk een cultuuromslag in de rechtswetenschap. Onderzoek naar het Nederlandse rechtssysteem zal weer moeten worden gewaardeerd als zinvolle wetenschappelijke arbeid. Alleen dan kan het voortbestaan van academische rechtenfaculteiten worden gegarandeerd.
Lees het hele artikel in Navigator.
Met ongefundeerde beweringen verliest een opinie zijn waarde
In zijn opinie trekt professor Tak stevig van leer tegen het stelsel van rechtsbescherming binnen de bestuursrechtspraak. Ook uit hij kritiek op het systeem van de Algemene wet bestuursrecht dat het besluit centraal stelt en waarin de rechtsbescherming vorm krijgt via het vernietigingsberoep. Tak is al ruim 25 jaar een verklaard tegenstander van dit stelsel en dit systeem. Dat hij daarbij kritiek heeft op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en haar uitspraken is zijn goed recht. Kritiek ‘van buiten’ scherpt de geest. Maar niet als deze is gebaseerd op een reeks van feitelijke onjuistheden. Ik beperk me tot tien missers die betrekking hebben op de Afdeling bestuursrechtspraak.
Lees het hele artikel in Navigator.

TijdschriftNJB 10 (2013)
‘One peak or twin peaks?’
Het regeerakkoord en de toekomst van de bestuursrechtspraak
Op vrijdag 18 januari jl. vond in Pulchri Den Haag op uitnodiging van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak een debat plaats over de inrichting van de bestuursrechtspraak. De concrete aanleiding om de discussie over de voltooiing van de herziening van de rechterlijke organisatie weer ter hand te nemen is gelegen in de volgende passage in het regeerakkoord: ‘Het rechtsprekend gedeelte van de Raad van State wordt samengevoegd met de CRvB en het CBb.’ Het debat vond onder leiding van Folkert Jensma (NRC) plaats tussen hoofdrolspelers uit de rechtspraak: de heren Corstens, Fokkens, Polak, Simons, Van Zutphen en Bakker. Hieronder treft u aan een bewerking van de inleiding gehouden door Bart Jan van Ettekoven voorafgaand aan het debat en een kort verslag van de discussie. Die maakt duidelijk dat de rechtspraak ernstig verdeeld is. Niet valt te verwachten dat de rechtspraak binnenkort met een eensluidend standpunt komt. Dat betekent dat de verantwoordelijke ministers Opstelten (V&J) en Plasterk (BZK) aan zet zijn om de concentratie van de bestuursrechtspraak vorm te geven: ‘Niet doorschuiven maar aanpakken’.
Op vrijdag 18 januari jl. vond in Pulchri Den Haag op uitnodiging van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak een debat plaats over de inrichting van de bestuursrechtspraak. De concrete aanleiding om de discussie over de voltooiing van de herziening van de rechterlijke organisatie weer ter hand te nemen is gelegen in de volgende passage in het regeerakkoord: ‘Het rechtsprekend gedeelte van de Raad van State wordt samengevoegd met de CRvB en het CBb.’ Het debat vond onder leiding van Folkert Jensma (NRC) plaats tussen hoofdrolspelers uit de rechtspraak: de heren Corstens, Fokkens, Polak, Simons, Van Zutphen en Bakker. Hieronder treft u aan een bewerking van de inleiding gehouden door Bart Jan van Ettekoven voorafgaand aan het debat en een kort verslag van de discussie. Die maakt duidelijk dat de rechtspraak ernstig verdeeld is. Niet valt te verwachten dat de rechtspraak binnenkort met een eensluidend standpunt komt. Dat betekent dat de verantwoordelijke ministers Opstelten (V&J) en Plasterk (BZK) aan zet zijn om de concentratie van de bestuursrechtspraak vorm te geven: ‘Niet doorschuiven maar aanpakken’.
Bestuursrechtelijke rechtseenheid vergt cassatie
Al is het alleen in het belang der wet
Het is van groot belang tegelijk met de samenvoeging van de hoogste bestuursrechtelijke colleges ook de kwestie van de rechtseenheid binnen het bestuursrecht als geheel, dat wil zeggen: tussen de belastingrechter en het nieuwe fusiecollege en tussen de bestuursrechtspraak enerzijds en het strafrecht en burgerlijk recht anderzijds, te regelen. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn en evenmin tot eindeloze procedures te leiden als de regering cassatie in het belang der wet mogelijk maakt.
Het is van groot belang tegelijk met de samenvoeging van de hoogste bestuursrechtelijke colleges ook de kwestie van de rechtseenheid binnen het bestuursrecht als geheel, dat wil zeggen: tussen de belastingrechter en het nieuwe fusiecollege en tussen de bestuursrechtspraak enerzijds en het strafrecht en burgerlijk recht anderzijds, te regelen. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn en evenmin tot eindeloze procedures te leiden als de regering cassatie in het belang der wet mogelijk maakt.
De finaliseringsslag in het bestuursrecht
Aandacht voor finale geschilbeslechting is er al geruime tijd. Sinds een jaar of zes hebben de hoogste bestuursrechters de toepassingsmogelijkheden van de beide al langer bestaande bevoegdheden verruimd; de bestuurlijke lus biedt de rechter nog meer mogelijkheden. Leidt dat ertoe dat bestuursrechters de bij hen aanhangige geschillen vaker finaal weten te beslechten?
In dit artikel wordt een antwoord gezocht op die vraag door voor twee bestuursrechtelijke instanties (de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Centrale Raad van Beroep) te onderzoeken of die er vaker dan vijf jaar geleden in slagen de hun voorgelegde geschillen finaal te beslechten.
In dit artikel wordt een antwoord gezocht op die vraag door voor twee bestuursrechtelijke instanties (de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Centrale Raad van Beroep) te onderzoeken of die er vaker dan vijf jaar geleden in slagen de hun voorgelegde geschillen finaal te beslechten.
Goed nieuws voor de patiëntenrechten!