Artikelen van Aernout Schmidt

Tijdschrift NJB 7 (2024)
Procedeergedrag van de overheid in procedures bij de bestuursrechter
Bert Marseille en Marc Wever
Het procedeergedrag van de overheid ligt sinds enige tijd onder het vergrootglas. Zoekt de overheid niet te vaak en zonder goede reden de strijd met de burger in procedures bij de rechter? Wie de beschikbare cijfers op een rij zet, ziet dat de overheid in procedures bij de bestuursrechter relatief terughoudend gebruik maakt van de mogelijkheid van hoger beroep – maar ook dat er weinig lijn lijkt te zitten in de bepalende overwegingen van bestuursorganen om wel of geen hoger beroep in te stellen. Dat leidt tot suggesties voor een (nog) meer terughoudend, maar vooral meer doordacht gebruik van het rechtsmiddel van hoger beroep door de overheid.

[verder lezen in InView]

De ‘Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm’
Bart Jan van Ettekoven
Het aantal bezwaar- en beroepsprocedures over de WOZ en de Wet BPM is dermate toegenomen dat de Belastingdienst en de belastingrechtspraak daaronder gebukt gaan. Daarnaast worden inmiddels jaarlijks tientallen miljoenen uitbetaald aan procesgemachtigden voor trage en ondermaatse procedures. Voor het Ministerie van Financiën reden om in te grijpen met de ‘Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm’, die inmiddels per 1 januari 2024 in werking is getreden. In deze bijdrage wordt kort uiteengezet waarom deze wet er is gekomen en wat de wet inhoudt. Afgesloten wordt met enkele kritische kanttekeningen.

[verder lezen in InView]

Bescherming van persoonsgegevens
Peter Hustinx
Dit artikel schetst de historische ontwikkeling van het recht op gegevensbescherming, met bijzondere aandacht voor de betekenis van artikel 8 EU Handvest. Over het karakter en de inhoud van die bepaling bestaat nog veel verwarring, die ook in de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie doorklinkt. Het onderscheid met artikel 7 EU Handvest over het recht op privacy krijgt in dit verband vaak te weinig aandacht.

[verder lezen in InView]

Reactie op ‘Stijlnabootsing met AI is onrechtmatig’
Aernout Schmidt
In het artikel ‘Stijlnabootsing met AI is onrechtmatig’ (NJB 2023/2635, afl. 36) van prof. mr. D.J.G. Visser wordt de stelling verdedigd dat opzettelijke en herkenbare nabootsing van de persoonlijke stijl van een nog levende kunstenaar met behulp van kunstmatige intelligentie onrechtmatig is. Die stelling aanvaard ik.

[verder lezen in InView]

Naschrift
Dirk Visser
Aernout Schmidt aanvaardt mijn stelling dat opzettelijke en herkenbare nabootsing van de persoonlijke stijl van een nog levende kunstenaar met behulp van kunstmatige intelligentie onrechtmatig is. Maar hij zet vraagtekens bij een daaruit voortvloeiend verplichting voor aanbieders van generatieve AI om verzoeken om dergelijke voortbrengselen te weigeren.

[verder lezen in InView]

14 februari 2024
Tijdschrift NJB 36 (2023)
De EU AI Act: de toekomst is (bijna) hier
Robbert Santifort, Ilham Ezzamouri en Günes van Dijk
Met de groeiende invloed van artificiële intelligentie (AI) in de samenleving komen zowel voor- als nadelen naar voren. Aan de ene kant biedt AI talloze mogelijkheden, zoals geavanceerde automatisering, verbeterde efficiëntie en gepersonaliseerde gebruikerservaringen. Aan de andere kant roept de opkomst van AI ook belangrijke vragen op over ethiek, verantwoordelijkheid en veiligheid. Het is binnen deze context dat de Europese Commissie een voorstel heeft gedaan voor een Verordening tot vaststelling van geharmoniseerde regels betreffende AI (AI Act). Met welke voorwaarden, voorschriften en beperkingen tracht deze verordening de opmars van AI in goede banen te leiden?

[verder lezen in NAVIGATOR]

Recht & ChatGPT-4
Aernout Schmidt
In dit artikel doet de auteur verslag van zijn ervaringen met experimenten met — onder andere — ChatGPT. Door middel van vragen en ‘prompts’ probeert hij achter het wezen en de werkwijze van Generatieve Artificial Intelligence te komen. Hij is verbijsterd over de voortreffelijke samenvattingen van obscure stukken en de van de zijde van GPT-4 volstrekt samenhangende dialoog over de technische kanten van GPT-4. En passant vergelijkt hij de werking ervan met de manier waarop zijn brein informatie in halve brokstukken naar boven weet te halen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Artificiële intelligentie en de Rechtspraak
Bart Jan van Ettekoven en Corien Prins
Met ontwikkelingen als ChatGPT en de aankomende AI Act van de Europese Unie, ontkomt ook de Rechtspraak niet langer aan een brede discussie over de omgang met artificiële intelligentie (AI). Deze discussie dient vooral over meer te gaan dan mogelijke kansen en risico’s. Vanuit de vaststelling dat vrijwel iedere rechter de komende jaren zal worden geconfronteerd met de inzet van AI, bespreekt dit artikel een aantal kwesties die bij de beoordeling van deze technologie naar voren komen, waaronder implicaties van de AI Act bij het gebruik van AI door de Rechtspraak.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De legaliteit van web scraping
Steven Derks
Web scraping is een veelgebruikte techniek voor het verzamelen van data, met name door technologische grootmachten. Dit artikel verkent de juridische aspecten van web scraping, met een focus op privacy-, intellectueel eigendoms- en contractenrecht. Het artikel belicht de werking van web crawlers en scrapers en gaat in op de geavanceerde capaciteiten van moderne scrapers, waaronder het vermogen om data te verzamelen van het deep en dark web. Daarnaast worden de ethische en maatschappelijke implicaties van web scraping verkend, waaronder het risico op discriminatie, privacyschendingen en het verlies van individuele autonomie. Het artikel concludeert met een reeks aanbevelingen voor ethisch en juridisch verantwoorde web scraping.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Stijlnabootsing met AI is onrechtmatig
Dirk Visser
In deze bijdrage wordt verdedigd dat de opzettelijke en herkenbare nabootsing van de persoonlijke stijl van een nog levende kunstenaar met behulp van kunstmatige intelligentie onrechtmatig is. Ook wordt verdedigd dat aanbieders van generatieve AI verplicht zijn deze vorm van gebruik van hun generatieve AI-software technisch onmogelijk te maken. Zij zijn namelijk verantwoordelijk voor het ontstaan van deze mogelijkheid, zij profiteren ervan, zij moedigen het aan, lokken het uit en zijn in de positie om dit gebruik effectief tegen te gaan. Hiervoor is geen beroep op de Auteurswet of een Europese AI-verordening nodig. Het is gewoon onrechtmatig.

[verder lezen in NAVIGATOR]

15 november 2023