Wetsvoorstel (07-07-2025) tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verduidelijken van wanneer sprake is van werken in dienst van een ander in de zin van artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en het invoeren van een rechtsvermoeden

—Dit wetsvoorstel Vbar wil de scheidslijn tussen zelfstandigen en werknemers verduidelijken. Daartoe geeft het een nadere invulling van het gezagscriterium in de wettelijke definitie van de arbeidsovereenkomst en het introduceert hete een rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst op basis van een uurtarief van € 36 of minder. Het voorstel moet schijnzelfstandigheid verminderen en een toetsingskader bieden waarmee werkenden en werkgevenden meer duidelijkheid krijgen over hun rechtspositie. Het wetsvoorstel vervangt de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA), die in de praktijk onvoldoende duidelijkheid en handhaafbaarheid bood.

Gezagscriterium

Aan artikel 7:610 BW worden twee hoofdelementen toegevoegd die duidelijker moeten maken of arbeid in dienst van een werkgever wordt verricht:

  • de arbeid wordt verricht onder werkinhoudelijke of organisatorische sturing door de werkgever, en
  • de werknemer verricht de arbeid niet voor eigen rekening en risico.

Indicaties voor deze twee elementen worden in een amvb vastgelegd en zijn aan Nederlandse en Europese jurisprudentie ontleend. Deze elementen en indicaties vormen voortaan het kader aan de hand waarvan getoetst wordt of sprake is van werken in dienst of dat buiten arbeidsovereenkomst arbeid wordt verricht.

Indicaties die wijzen op werken als werknemer

In de MvT worden de indicaties die in de amvb opgenomen zullen worden toegelicht. Indicaties voor werken als werknemer zijn:

  • de werkgevende is bevoegd om aanwijzingen en instructies te geven over de wijze waarop de werkende de werkzaamheden moet uitvoeren en de werkende moet deze ook opvolgen;
  • de werkgevende heeft de mogelijkheid om de werkzaamheden van de werkende te controleren en is bevoegd om op basis daarvan in te grijpen;
  • de werkzaamheden worden verricht binnen het organisatorisch kader van de organisatie van de werkgevende;
  • de werkzaamheden hebben een structureel karakter binnen de organisatie;
  • werkzaamheden worden zij-aan-zij verricht met werknemers die soortgelijke werkzaamheden verrichten.

Indicaties voor werken als zelfstandige

  • De financiële risico’s en resultaten van de werkzaamheden liggen bij de werkende;
  • de werkende zorgt voor een herkenbare en zelfstandige uitvoering van de werkzaamheden;
  • de werkende is in het bezit van een specifieke opleiding, werkervaring, kennis of vaardigheden, die in de organisatie van de werkgevende niet structureel aanwezig is;
  • de opdracht is van korte duur van of een beperkt aantal uren per week;
  • kenmerken die wijzen op ondernemerschap van de werkende (buiten de arbeidsrelatie gelegen) voor soortgelijke werkzaamheden (extern ondernemerschap).

Rechtsvermoeden

Het voorstel introduceert een nieuw artikel 7:610aa BW waarin is vastgelegd dat vermoed wordt dat iemand arbeid verricht op basis van een arbeidsovereenkomst indien de beloning hiervoor € 36 per uur of lager is. Het is aan de werkende om aan te tonen dat hij onder dit tarief werkt en vervolgens aan de werkgevende om voor de rechter aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Als er sprake is van een arbeidsovereenkomst en daarmee schijnzelfstandigheid, krijgen deze werkenden alsnog recht op de voordelen die iedere werknemer heeft, zoals zwangerschap- en ziekteverlof, ontslagbescherming, werkloosheidsuitkering en een vangnet bij arbeidsongeschiktheid. De werkgever moet daarvoor premies en belastingen betalen.

Het rechtsvermoeden heeft civielrechtelijke werking en werkt niet rechtstreeks door naar UWV, Belastingdienst en Arbeidsinspectie. Deze instanties houden hun eigen onderzoeksplicht.

Hervorming arbeidsmarkt

Het voorstel is onderdeel van de hervorming van de arbeidsmarkt, dat als doel heeft om werkenden meer zekerheid te geven en tegelijkertijd te zorgen dat ondernemers zich makkelijk kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Het is het tweede wetvoorstel dat in dat kader is ingediend bij de Tweede Kamer, in mei 2025 werd de Wet meer zekerheid flexwerkers (Kamerstukken 36746) aangeboden.

Kamerstukken