Wetsvoorstel (24-04-2024) tot wijziging van de Jeugdwet, de Wet marktordening gezondheidszorg en enige andere wetten teneinde te bevorderen dat jeugdhulp en gecertificeerde instellingen voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering steeds voldoende beschikbaar zijn (Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg)

—In 2015 trad de Jeugdwet in werking waarmee de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor de organisatie van de jeugdzorg is overgegaan naar gemeenten. Uit meerdere onderzoeken, rapporten en adviezen blijkt evenwel dat er diverse knelpunten zijn in de jeugdzorg: de beschikbaarheid van, met name, (passende) specialistische jeugdzorg staat onder druk, gemeenten hebben toenemende tekorten op hun budgetten, er zijn jeugdhulpaanbieders in financiële problemen en er is onvoldoende inzicht in het functioneren van het stelsel. Om deze knelpunten aan te pakken is in juni 2023 de Hervormingsagenda Jeugd ondertekend door het Rijk, de VNG, jeugdhulpaanbieders, professionals en cliëntenorganisaties. Hierin zijn maatregelen en acties afgesproken om de jeugdzorg te verbeteren en het stelsel houdbaar te maken. Het is een brede agenda met opgaven op het gebied van:

  1. Het voeren van een fundamenteel (politiek-maatschappelijk) gesprek over opvoeden en de ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan het toenemende beroep op jeugdhulp.
  2. Integrale aanpak: soms is het beter in te zetten op hulp aan het gezin in plaats van aan de jeugdige.
  3. Reikwijdte: het afbakenen van de reikwijdte van de jeugdhulpplicht om te zorgen dat jeugdhulp wordt ingezet waar deze het meest nodig is.
  4. Toegang: jeugdigen en hun ouders kunnen voor jeugdhulp laagdrempelig en dichtbij huis terecht bij lokale teams die zonodig ook zelf hulp bieden.
  5. Het voorkomen en terugdringen van residentiële jeugdhulp: Gesloten residentiële jeugdhulp wordt zo veel mogelijk afgebouwd. Transformeren naar kleinschalige woonvoorzieningen voor situaties waarin residentiële plaatsing toch nodig is.
  6. Kwaliteit: de zorg is van goede kwaliteit is en helpt daadwerkelijk.
  7. Regionalisering: verbeteren van de beschikbaarheid van jeugdzorg voor de meest kwetsbare kinderen door het versterken van de regionale samenwerking tussen gemeenten en het beter organiseren van de regionale en landelijke contractering van specialistische zorg.
  8. Inkoop en administratieve lasten: eenvoudigere uitvoering en inkoop, minder administratieve lasten en de aanpak van negatieve effecten van marktwerking.
  9. Monitoring: verbeteren van het inzicht in het jeugdstelsel met uniforme data en monitoring.
  10. Financiën: een meerjarig model.

Met het onderhavige wetsvoorstel wordt invulling gegeven aan doelstellingen 7 en 8. Het beoogt gemeenten beter in staat te stellen de reeds geldende verantwoordelijkheden beter waar te kunnen maken. Het richt zich specifiek op de specialistische jeugdzorg. Daaronder worden verstaan: kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en bij algemene maatregel van bestuur te bepalen vormen van jeugdhulp. Daarnaast vallen verschillende vormen van jeugdhulp onder dit begrip. Het betreft vormen van jeugdhulp die moeilijk op lokaal niveau te organiseren zijn. Het gaat onder meer om jeugdhulp met verblijf. Concreet bevat dit wetsvoorstel daartoe de volgende voorstellen:

  1. Er komt een verplichte indeling van gemeenten in regio’s.
  2. De colleges van de gemeenten in een regio treffen voor de regionale organisatie van de specialistische jeugdzorg een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wgr waarbij een regionale entiteit wordt ingesteld of aangewezen genaamd: ‘Jeugdregio’.
  3. De colleges zijn verplicht de Jeugdregio ten minste met de volgende werkzaamheden te belasten:
    1. het regionaal contracteren of subsidiëren van verschillende bij algemene maatregel van bestuur te bepalen jeugdhulpvormen, alsmede gecertificeerde instellingen voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering;
    2. het uitvoeren van bepaalde administratieve processen behorende bij die contractering of subsidiëring. Gemeenten zullen de Jeugdregio hiertoe op eensluidende wijze instrueren, zodat de administratieve processen ten aanzien van regionaal ingekochte zorg voor alle gemeenten in de regio gelijk zijn;
    3. bovenregionale afstemming over een – bij algemene maatregel van bestuur te bepalen – deel van de jeugdhulpvormen die door de Jeugdregio worden gecontracteerd of gesubsidieerd, alsmede over gecertificeerde instellingen voor de uitvoering kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering;
    4. de organisatie van regionale expertteams.
  4. Er wordt de mogelijkheid gecreëerd dat – indien het hiervoor benoemde instrumentarium om de (boven)regionale samenwerking te verbeteren in combinatie met bestuurlijke afspraken over de vormen van jeugdhulp die op landelijk niveau worden gecontracteerd niet voldoende zijn om de beschikbaarheid van de specialistische jeugdzorg te bevorderen – bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgelegd dat gemeenten verplicht zijn de contractering van bepaalde specialistische jeugdhulpvormen op landelijk niveau te beleggen.
  5. De verplichting voor de gemeenteraad om een ‘regiovisie’ vast te stellen. Voorstel is dat deze visie onderdeel wordt van het reeds bestaande gemeentelijke beleidsplan en hierin wordt ingegaan op de gemeentelijke visie op hoe de gemeente met inachtneming van de bovenstaande verplichtingen met andere gemeenten samenwerkt om de beschikbaarheid te bevorderen- van de specialistische jeugdzorg.

In het wetsvoorstel zijn enige uitzonderingen opgenomen op enkele van deze verplichtingen. Deze hebben betrekking op de situatie dat een regio bestaat uit slechts één gemeente. Het treffen van een gemeenschappelijke regeling en de instelling van een Jeugdregio is dan niet aan de orde. Een andere uitzondering geldt als alle gemeenten in een regio voor een bepaalde jeugdhulpvorm gebruikmaken van het aanbod van een op landelijk niveau gecontracteerde jeugdhulpaanbieder.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zal de taak zal krijgen inzicht te geven in de ontwikkeling van de beschikbaarheid van jeugdzorg door het uitvoeren van stelselonderzoek. Specifiek ten aanzien van de specialistische jeugdzorg krijgt de NZa bovendien de taak om onder meer risico’s ten aanzien van de beschikbaarheid van specialistische jeugdzorg zo vroeg mogelijk te signaleren, zodat deze met hulp van de NZa waar mogelijk kunnen worden afgewend. Voorts zal de NZa toezicht gaan houden op de naleving van de verplichtingen ten aanzien van de transparantie van financiële bedrijfsvoering van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen. Ook wordt een verplichting tot het hebben van een intern toezichthouder geïntroduceerd.

Kamerstukken