Wetsvoorstel (25-04-2024) tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel en de introductie van de zelfstandige strafbaarstelling van ernstige benadeling en van voordeeltrekking (Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel)

—Dit wetsvoorstel maakt de strafbaarstelling van mensenhandel over de gehele linie toegankelijker en voorziet in een verruiming van de strafbaarheid waar dit vanuit maatschappelijk oogpunt wenselijk lijkt. Ook geeft het wetsvoorstel meer duidelijkheid over de verhouding tussen mensenhandel en het daarmee nauw verwante begrip uitbuiting. Het voorgestelde artikel 273f (en de toelichting daarop) brengen tot uitdrukking dat de strafbaarstelling zowel de handelingsfase kan omvatten als de fase waarin slachtoffers daadwerkelijk onder uitbuitende omstandigheden moeten werken of zich daartoe beschikbaar moeten stellen. Het voorgestelde wetsartikel doet recht aan het gegeven dat deze fasen dikwijls deel uitmaken van hetzelfde complex aan feiten. De Afdeling adviseert in de toelichting in te gaan op de verhouding van het wetsvoorstel tot de voorgenomen herziening van Richtlijn 2011/36. Aan dit advies is opvolging gegeven door paragraaf 3.2 van de MvT aan te vullen. Verduidelijkt is dat de noodzakelijke wetgevende maatregelen die in het kader van de implementatie van de herziening van Richtlijn 2011/36/EU moeten worden genomen, zullen worden neergelegd in een implementatiewetsvoorstel dat afzonderlijk in procedure zal worden gebracht. Het wetsvoorstel bevat geen onderdelen die na de formele vaststelling en inwerkingtreding van de herziene richtlijn ongedaan zouden moeten worden gemaakt.

De Afdeling adviseert voorts in de toelichting aandacht te besteden aan de verhouding tussen de voorgestane bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving in de aanpak van mensenhandel en ernstige benadeling bij het verrichten van arbeid. Dit advies is opgevolgd met de navolgende uitleg in de MvT. Om misstanden bij arbeidsmigranten tegen te gaan en naleving van regelgeving te bevorderen, zijn handhaving en toezicht cruciaal. Hiervoor is geïntegreerd toezicht nodig. Daarom werkt het kabinet aan het verbeteren van de bestuursrechtelijke aanpak door het versterken van de samenwerking tussen de verschillende toezichtpartijen en door voldoende capaciteit te creëren om te kunnen handhaven. Het strafrecht dient hierbij als sluitstuk. Naar aanleiding van het advies om een nadere beschouwing te geven over het bestuursrechtelijke instrumentarium ten opzichte van de voorgestelde strafbepaling zal, onder meer aan de hand van de voorbeelden in de MvT, worden gekeken in welke situatie van (mogelijke) arbeidsmisstanden bestuursrechtelijke interventies het meest geëigend lijken en wanneer de weging uitvalt naar het strafrecht. Dit zal de komende periode in de werkwijze van de Arbeidsinspectie worden ingevuld. Vanzelfsprekend maken afspraken met het functioneel parket van het openbaar ministerie hiervan deel uit.

Kamerstukken