Wetsvoorstel (29-02-2024) tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en het Wetboek van Strafrecht in verband met de vervanging van de term ‘hetero- of homoseksuele gerichtheid’ door ‘seksuele gerichtheid’ en explicitering in het Wetboek van Strafrecht van de discriminatiegronden genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken
—Dit voorstel strekt tot wijziging van twee wetten: de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) en het Wetboek van Strafrecht. In beide wetten wordt voorgesteld de term ‘hetero- of homoseksuele gerichtheid’ te vervangen door de term ‘seksuele gerichtheid’. Daarnaast wordt voorgesteld om in beide wetten de term ‘seksuele gerichtheid’ te definiëren als ‘seksuele gerichtheid – op basis van consensus en gelijkwaardigheid – op personen ongeacht het geslacht van die personen.’ Ook wordt voorgesteld om een lid toe te voegen aan artikel 90quater van het Wetboek van Strafrecht, waarin wordt uitgedrukt dat de discriminatiegrond ‘geslacht’ mede omvat geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie. Verder wordt in de artikelen 137c en 137e de grond ‘geslacht’ aan de discriminatiegronden toegevoegd. In de Awgb is met de inwerkingtreding van de Wet verduidelijking rechtspositie transgender personen en intersekse personen per 1 november 2019 reeds de explicitering opgenomen dat onder onderscheid op grond van geslacht mede moet worden verstaan onderscheid op grond van genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken. De Afdeling adviseert om in de memorie van toelichting op te nemen waarom de nadere begrenzing van het begrip ‘seksuele gerichtheid’, zoals opgenomen in de memorie van toelichting, niet tot uitdrukking wordt gebracht in de wet zelf. Aan dit advies wordt gevolg gegeven door het begrip ‘seksuele gerichtheid’ nader te begrenzen in de wettekst zelf. Aan artikel 1 van de Algemene wet gelijke behandeling wordt een vierde lid toegevoegd en ook wordt een definitiebepaling toegevoegd aan het Wetboek van Strafrecht, in een nieuw artikel 90decies. Het advies van de Afdeling om in Artikel II van het wetsvoorstel te verduidelijken dat in alle delictsomschrijvingen als bedoeld in de artikelen 137c en 137d, onder geslacht mede moet worden verstaan geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie is niet opgevolgd. Omdat de voorgestelde wijzigingen van de Awgb en het Wetboek van Strafrecht nauw verband houden met elkaar, zijn de wijzigingen opgenomen in één wetsvoorstel.