Wetsvoorstel (23-10-2024) tot wijziging van de Schepenwet in verband met de noodzaak tot modernisering van regels, het opleggen van verplichtingen aan de scheepseigenaar en het invoegen van een mogelijkheid tot ongevallenonderzoek
—Deze rijkswet en daarop berustende bepalingen zijn, behoudens het nieuwe artikel 2, tweede en derde lid, van toepassing op zeeschepen die gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren. De Schepenwet heeft daarmee gevolgen voor zo’n 1300 schepen (ruim 1200 in het Nederlandse register en circa 100 in het Curaçaose register) die onder de vlag van het Koninkrijk varen en voor meer dan 350 reders waarvan het grootste deel MKB-bedrijf is. De volgende voorgestelde wijzigingen in de Schepenwet hebben noemenswaardige gevolgen:
- Het vereenvoudigen van de procedure voor het aanwijzen van erkende organisaties (artikel 6). Hierdoor hoeven zowel de sector als een nieuw aan te wijzen organisatie gemiddeld enkele maanden tot een jaar minder lang te wachten tot de organisatie is aangewezen;
- Versterking van de positie van de kapitein (artikel 9a). Door de eigenaar te verplichten de kapitein te ondersteunen, zal die kapitein beter beschermd zijn en beter aan zijn wettelijke verplichtingen kunnen voldoen.
- Het gebruik van boetecategorieën voor de boetebedragen (artikel 57 en 58). Doordat boetebedragen sinds 1998 niet meer zijn aangepast, is de verhoging van de boetebedragen door de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel aanzienlijk. Na inwerkingtreding van deze voorgestelde wijziging zal de periodieke toename van boetebedragen ten gevolge van wijzigingen van de respectievelijke Wetboeken van Strafrecht beperkt zijn. Dit zijn tevens de enige financiële gevolgen die voortvloeien uit dit wetsvoorstel.
- Het creëren van een bevoegdheid voor de Scheepvaartinspectie om ongevalsonderzoek te doen (artikel 12a). Dit zal leiden tot een beter beeld en grotere bewustwording van risico’s binnen de sector, waardoor ongevallen kunnen worden voorkomen. Bovendien biedt het de Scheepvaartinspectie inzicht op risicovolle zaken, waarop indien nodig beleid of regelgeving kan worden aangepast. Voor bemanningen en eigenaars zal het gevolg van deze onderzoeksbevoegdheid zijn dat hen vaker zal worden gevraagd om mee te werken.
- Het creëren van een aanvullende grondslag om de Scheepvaartinspectie in staat te stellen om een bestuurlijke boete op te leggen (artikel 59). De Schepenwet biedt diverse mogelijkheden tot strafrechtelijke handhaving wanneer in strijd met de wet wordt gehandeld. Zeker bij kleine overtredingen of gedragingen blijft handhaving in de praktijk achterwege. Door oplegging van een bestuurlijke boete door of namens de HSI mogelijk te maken krijgt de Scheepvaartinspectie de mogelijkheid om zelf bij overtreding te zorgen voor sanctionering, in plaats van een aangifte daarvan te doen bij het Openbaar Ministerie. Dit vergroot de kans dat bij overtredingen handhavend wordt opgetreden, wat de naleving van de Schepenwet door eigenaars ten goede komt en daarmee de veiligheid vergroot.
Kamerstukken
R2204