Wetsvoorstel (10-11-2009) met regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche

—Onder meer uit de laatste evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod blijkt dat een aantal oorzaken is aan te wijzen voor het voortbestaan van misstanden in de prostitutiebranche. De gemeentelijke en regionale verschillen in prostitutie- en vergunningenbeleid alsmede het ontbreken van voldoende zicht op niet-vergunde bedrijven en bepaalde vormen van prostitutie, zoals de escortbranche en thuiswerkers, worden als de voornaamste oorzaken gezien. Het wetsvoorstel heeft primair de aanpak van deze oorzaken ten doel door het verkleinen van lokale en regionale verschillen, het verkrijgen van meer zicht en grip op de seksbranche door alle vormen van prostitutie onder een vorm van regulering te brengen, en het vergemakkelijken van toezicht en handhaving. Een kern van het wetsvoorstel is de invoering van een verplicht en uniform vergunningenstelsel voor de uitoefening van een seksbedrijf. Hierdoor ontstaat meer uniformiteit in lokaal vergunningenbeleid. Omdat in de nieuwe situatie overal een vergunningplicht geldt, zullen de verplaatsingen worden voorkomen die nu nog het gevolg zijn van het feit dat bepaalde gemeenten geen vergunningplicht kennen. In het wetsvoorstel is tevens opgenomen aan welke vergunningvoorwaarden de exploitant in ieder geval moet voldoen. Met dit wetsvoorstel wordt het verboden een seksbedrijf uit te oefenen, tenzij daarvoor een vergunning is verleend ingevolge deze wet. Dit betekent dat voor het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot prostitutie of het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling, of het bedrijfsmatig tegen betaling aanbieden van vertoningen van erotisch pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling, een vergunning dient te worden aangevraagd. Bedrijven als parenclubs en massagesalons, zijn vergunningplichtig ingevolge deze wet indien in deze bedrijven seksuele handelingen met of voor een ander tegen betaling plaatsvinden. Van seksuele handelingen voor een ander is tevens sprake ingeval van webcamseksbedrijven die hun betaalde diensten via internet aanbieden. Het wetsvoorstel is ook hierop van toepassing. Het zonder vergunning uitoefenen van een seksbedrijf is strafbaar ingevolge de Wet op de economische delicten. Gemeenten krijgen met dit wetsvoorstel de mogelijkheid onder voorwaarden voor een nuloptie te kiezen. Dit houdt in dat bij gemeentelijke verordening ter bescherming van de openbare orde, de woon- en leefomgeving en de veiligheid en gezondheid van de prostituee en de klant, kan worden bepaald dat in een gemeente geen vergunningen voor prostitutiebedrijven worden verleend. Voorts voorziet het wetsvoorstel in een registratieplicht voor alle prostituees. Ten slotte wordt in dit wetsvoorstel voorgesteld het gebruikmaken van illegaal aanbod van prostitutie als overtreding strafbaar te stellen. Met het wetsvoorstel wordt een zo veel mogelijk sluitend bestuurlijk stelsel in het leven geroepen dat vanwege het regulerend effect op de branche de aanpak van misstanden in de seksbranche kan verbeteren, prostituees een betere bescherming kan bieden en de strafrechtelijke bestrijding van mensenhandel, prostitutie door minderjarigen en gedwongen prostitutie beter kan ondersteunen.
 

Kamerstukken