Wetsvoorstel (15-05-2023) tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 en enkele andere wetten in verband met het treffen van een tijdelijke voorziening voor het benoemen van rechters-plaatsvervangers in hun eenenzeventigste levensjaar

—Dit wetsvoorstel regelt dat raadsheren en rechters die werkzaam zijn bij rechtbanken, gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven na het bereiken van de wettelijke ontslagleeftijd van zeventig jaar nog enige tijd kunnen worden ingezet als raadsheren-plaatsvervangers en rechters-plaatsvervangers en wel tot de eerste dag van de maand volgende op die waarin zij drieënzeventig jaar zijn geworden.

De tijdelijke regeling daarvoor in de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 komt per 15 juli 2023 te vervallen. Met het oog op het sneller kunnen inlopen van achterstanden bij de afdoening van zaken in de rechtspraak, acht de regering het wenselijk om deze regeling nog een voort te zetten. Daartoe wordt een soortgelijke en weer tijdelijke regeling (van drie jaar, met een evaluatie na anderhalf jaar, in navolging van het advies van Afdeling advisering van de Raad van State) in de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren vastgelegd.

Kamerstukken