Wet van 08-11-2023, Stb. 2023, 410
Wet tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 en enkele andere wetten in verband met het treffen van een tijdelijke voorziening voor het benoemen van rechters-plaatsvervangers in hun eenenzeventigste levensjaar
—Deze wet regelt dat raadsheren en rechters die werkzaam zijn bij rechtbanken, gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven na het bereiken van de wettelijke ontslagleeftijd van zeventig jaar nog enige tijd kunnen worden ingezet als raadsheren-plaatsvervangers en rechters-plaatsvervangers en wel tot de eerste dag van de maand volgende op die waarin zij drieënzeventig jaar zijn geworden. De tijdelijke regeling daarvoor in de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 is per 15 juli 2023 komen te vervallen. De benoemingen tot raadsheren-plaatsvervangers en rechters-plaatsvervangers die tot stand zijn gekomen op grond van deze spoedwet, worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet geacht tot stand te zijn gekomen op grond van artikel 54a van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, artikel 4a van de Beroepswet, of artikel 5a van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.
Er is voorzien in een overgangsregeling en in een evaluatie binnen anderhalf jaar na de inwerkingtreding van deze wet. De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 12 oktober 2023 als hamerstuk afgedaan. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 7 november 2023 als hamerstuk afgedaan. Deze wet treedt in werking op 16 november 2023.