Voorstel van wet (15-07-2025) van het lid Michon-Derkzen tot Wijziging van de Gemeentewet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met de toevoeging van een bevoegdheid voor burgemeesters en gezaghebbers ter bevordering van de handhaving van de openbare orde met betrekking tot online oproepen (Wet online aangejaagde openbare-ordeverstoring)

—Deze initiatiefwet geeft burgemeesters de bevoegdheid voor het laten verwijderen van online uitingen die fysieke openbare-ordeverstoringen in de gemeente (kunnen) aanjagen. Met de opkomst van internet en sociale media zijn nieuwe opties ontstaan om verstoring van de openbare orde te bewerkstelligen, die niet adequaat kunnen worden aangepakt door bestaande wetgeving. Het is daarom noodzakelijk dat burgemeesters de mogelijkheid hebben om in te grijpen wanneer online een uiting wordt geplaatst om de openbare orde te verstoren of een openbare-ordeverstoring verder aan te moedigen.

Liken niet, retweeten wel

Het wetsvoorstel richt zich tot individuele plaatsers en herplaatsers en niet tot internetaanbieders. Het voorstel voorziet in een verwijderingsbevelsbevoegdheid voor de burgemeester die hij kan inzetten. Het enkele ‘liken’ van een bericht valt hier niet onder, het opnieuw plaatsen (bijvoorbeeld retweeten) van een uiting waardoor de openbare orde wordt verstoord of waardoor de ernstige vrees bestaat voor het ontstaan daarvan wel. Het maakt niet uit of de plaatser van de uiting vertoeft binnen de gemeentegrenzen.

Vrijheid van meningsuiting

Artikel 7 lid 3 Gw biedt enige ruimte voor de overheid om reactief op te treden vanwege de inhoud van een uiting, mits dit gebeurt op basis van een voldoende wettelijke grondslag in een wet in formele zin. In lijn met een analyse van de Landsadvocaat, betekent dit volgens de initiatiefnemer dat ingrijpen vóórdat de uiting is gedaan (of voordat kenbaar is wat de uiting zal inhouden), vanwege de inhoud van de uiting, niet is toegestaan. Wel kan er reactief opgetreden worden vanwege de inhoud van een uiting. Dat volgt uit de passage ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’.

Kamerstukken