Wetsvoorstel (12-09-2025) tot uitvoering van verordening 2022/1031 over toegang van ondernemers, goederen en diensten uit derde landen tot de aanbestedings- en concessiemarkten van de Unie en procedures ter ondersteuning van onderhandelingen over toegang van ondernemers, goederen en diensten uit de Unie tot de aanbestedings- en concessiemarkten van derde landen (Instrument voor Internationale Overheidsopdrachten – IIO) (PbEU 2022 L 173)

—Het wetsvoorstel bevat slechts één artikel, dat in de Aanbestedingswet 2012 de mogelijkheid creëert om ter uitvoering van de Verordening IIO bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels te stellen. Deze regels hebben betrekking op de verstrekking door aanbestedende diensten van gegevens aan bestuursorganen, autoriteiten van andere lidstaten of de Europese Commissie.

Offensief handelspolitiek instrument

De Verordening introduceert een offensief handelspolitiek instrument met als doel om meer wederkerigheid op de markt voor overheidsaanbestedingen en concessies met derde landen te bewerkstelligen. Dit omdat de Europese markt relatief open is voor inschrijvingen van ondernemingen uit derde landen, maar Europese ondernemingen obstakels ervaren in de toegang tot de markten in derde landen.

Maatregelen tegen andere landen

De Verordening IIO geeft de Europese Commissie de bevoegdheid om een onderzoek in te stellen in gevallen waarin wordt vermeend dat Europese ondernemingen op aanbestedingsmarkten van derde landen beperkingen ondervinden. Indien de Commissie concludeert dat dit zo is, dan kan zij een ‘IIO-maatregel’ vaststellen, waarmee de toegang van ondernemers, goederen of diensten uit het derde land tot Europese aanbestedingsprocedures kan worden beperkt. Aanbestedende Europese instanties zijn dan verplicht een scoreaanpassing op te leggen aan inschrijvingen die afkomstig zijn uit het derde land, of die inschrijvingen uit te sluiten.

Primaat van de wetgever

Wanneer een delegatiegrondslag wordt gecreëerd mag volgens de MvT het primaat van de wetgever niet uit het oog worden verloren. Dit primaat houdt in dat de wetgever zelf rechtspolitieke keuzes over de inhoud van het recht in wetgeving moet maken. Het primaat verzet zich er tegen dat aan de lagere regelgever de vrije hand wordt gegeven voor de vaststelling van regelgeving. Een te brede, algemene of vage delegatiegrondslag moet worden voorkomen. Bij de delegatiegrondslag die dit wetsvoorstel introduceert dient het te gaan om nadere regels ter uitvoering van de Verordening IIO. De ruimte voor de Nederlandse wetgever om rechtspolitieke keuzes te maken is beperkt, die keuzes zijn al op Europees niveau gemaakt. Tegelijkertijd wordt de vrijheid van de lagere regelgever ingeperkt door de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels te beperken tot regels omtrent de verstrekking van gegevens.

Kamerstukken