Wetsvoorstel (11-04-2025) tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ter implementatie van Richtlijn (EU) 2024/1069 betreffende bescherming van bij publieke participatie betrokken personen tegen kennelijk ongegronde vorderingen of misbruik van procesrecht (‘strategische rechtszaken tegen publieke participatie’)
—Dit wetsvoorstel implementeert de richtlijn die op 16 april 2024 gepubliceerd is in PbEU L en op 6 mei 2024 in werking is getreden. De richtlijn moet uiterlijk 7 mei 2026 zijn geïmplementeerd. Het doel van de richtlijn is dat bij publieke participatie betrokken personen, zoals journalisten, mensenrechtenverdedigers en onderzoekers, hun werk onbelemmerd kunnen doen. Hun bijdragen aan het publieke debat zijn onmisbaar in en voor een goed functionerende rechtsstaat. In en buiten de Europese Unie lijkt het aantal strategische rechtszaken tegen publieke participatie van journalisten, niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), wetenschappers en maatschappelijke organisaties in de Unie (in het Engels ‘strategic lawsuits against public participation’: SLAPPs) toe te nemen. SLAPPs worden ingezet om deelname van personen of organisaties aan het publieke debat te voorkomen, te beperken of te bestraffen. De richtlijn beoogt hindernissen weg te nemen voor de goede werking van burgerrechtelijke procedures en bescherming te bieden aan natuurlijke personen en rechtspersonen die vanwege hun publieke participatie in zaken van algemeen belang in rechte worden betrokken om hen te weerhouden van publieke participatie.
Op de in deze richtlijn opgenomen maatregel van zekerheidstelling voor de proceskosten en schadevergoeding na, voorziet het Nederlandse (proces)recht reeds in de door de richtlijn voorgeschreven procedurele waarborgen, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om een verzoek zo vroeg mogelijk in een procedure als niet-ontvankelijk af te wijzen. Hiervoor is dus geen afzonderlijke implementatie nodig. Dit wetsvoorstel implementeert daarom uitsluitend de maatregel van zekerheidsstelling.
Zekerheidstelling voor proceskosten en schadevergoeding
Een verweerder in een civiele procedure krijgt de mogelijkheid om zekerheidstelling voor de proceskosten en schadevergoeding te vragen van een eiser die volgens de wederpartij misbruik van procesrecht maakt. Met die zekerheid kan betaling worden gewaarborgd in het geval de rechter oordeelt dat de procedure een SLAPP is.
Botsing van grondrechten
Bij SLAPPs speelt een aantal grondrechten een rol, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht van persvrijheid. Tegelijkertijd zijn ook het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het recht op bescherming van de goede naam en van persoonsgegevens relevant. Bij de totstandkoming van de richtlijn is onder ogen gezien dat deze grondrechten met elkaar kunnen conflicteren en dat het van belang is om te komen tot een eerlijk evenwicht tussen de betrokken rechten. De rechter moet beoordelen of het gaat om een kennelijk ongegronde vordering, dan wel om een procedure waarin de eiser opkomt voor een gerechtvaardigd belang, zoals het tegengaan van desinformatie.
Nederlandse situatie
Alhoewel het er op lijkt dat SLAPPs niet op grote schaal voorkomen in Nederland, is het volgens de regering een goede ontwikkeling dat er door de richtlijn meer aandacht is voor het onderwerp. De richtlijn bevat handvatten voor de rechter bij de beoordeling of er sprake is van misbruik van procesrecht en de maatregelen die de rechter in dat geval kan treffen.
Kamerstukken
TK 2024/25, 36731, nrs. 1-4