Wet van 04-10-2017, Stb. 2017, 511
Wet houdende goedkeuring van het op 24 oktober 2014 op de Eems tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende het gebruik en beheer van de territoriale zee van 3 tot 12 zeemijlen (Trb. 2014, 182)
—Deze wet strekt tot goedkeuring van het Westereemsverdrag. Het geografische bereik van het Westereemsverdrag ligt ten noorden van het beheersgebied bestreken door het op 8 april 1960 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot regeling van de samenwerking in de Eemsmonding (het ‘Eems-Dollardverdrag’) (Trb. 1960, 69). De claims van Nederland en Duitsland over de ligging van de grens in het Eems-Dollard estuarium lopen te zeer uiteen om overeenstemming te bereiken over een grens, daarom is uiteindelijk gekozen voor gezamenlijk beheer van het gebied onder voorbehoud van rechten ten aanzien van de ligging van de grens. Die keuze is vastgelegd in het Eems-Dollardverdrag. Het bereik van dat verdrag strekt zich uit tot 3 zeemijl uit de kust. Sinds het VN-Zeerechtverdrag (Trb. 1983, 83) is de territoriale zee echter verbreed van 3 tot 12 zeemijl uit de kust. Een afbakening van de territoriale zee tussen 3 en 12 zeemijl uit de kust tussen Nederland en Duitsland ontbrak tot op heden nog altijd. Daarin voorziet het Westereemsverdrag.
Het Westereemsverdrag kent een andere structuur dan het EemsDollardverdrag. Het is geen grensverdrag en regelt slechts een aantal omschreven bevoegdheden. Het Verdrag ziet ten eerste op een geografische verdeling van bevoegdheden, rechten en verantwoordelijkheden met betrekking tot installaties voor hernieuwbare energie en alle andere installaties; kabels en pijpleidingen en niet-levende natuurlijke rijkdommen. Ten tweede schept het Verdrag voorwaarden voor een gelijkwaardige en efficiënte toegang tot de havens van beide staten in de Eemsmonding. Beide partijen maken daarnaast een voorbehoud ten aanzien van de ligging van de zeegrens; de afbakening van de territoriale zeegrens ligt in beginsel nog open. Voor de niet uitdrukkelijk in het verdrag geregelde onderwerpen beschouwt Nederland de equidistantielijn als de grens van de Nederlandse rechtsmacht als kuststaat over de territoriale zee.
Het verdrag werd overigens reeds vanaf 24 oktober 2014 toegepast (Kamerstukken II 2014/15, 34 072, nr. 1).
Inwerkingtreding met ingang van 01-03-2018.