Wet van 12-02-2014, Stb. 2014, 80

Wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verruiming van de bevoegdheden in het kader van het vreemdelingentoezicht

—Met deze wet worden enkele bevoegdheden in het kader van het vreemdelingentoezicht verruimd. Allereerst wordt een bevoegdheid gecreëerd om in het geval dat de vreemdeling op de voet van artikel 53 van de Vw 2000 staande wordt gehouden in een woning waar rechtmatig is binnengetreden, deze woning zonder toestemming van de bewoner te kunnen doorzoeken naar documenten ten behoeve van het identiteitsonderzoek en (de voorbereiding van) vertrek. Voorts wordt het mogelijk gemaakt om ruimten behorend bij een onderneming waar een vreemdeling van wie de identiteit niet onmiddellijk kan worden vastgesteld, werkend wordt aangetroffen, zonder toestemming van de bewoner te kunnen doorzoeken naar die documenten indien een redelijk vermoeden bestaat dat de vreemdeling die ruimte gebruikt als woonruimte. Tot slot wordt geregeld dat ook indien een vreemdeling zich in vreemdelingenbewaring bevindt, ten behoeve van het vaststellen van de identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie, onderzoekshandelingen mogen worden verricht, zoals het ‘uitlezen’ van een (digitale) gegevensdrager als een mobiele telefoon. De maatregelen moeten een snellere en betere vaststelling van de identiteit van de betrokken vreemdeling mogelijk maken.
 

Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 14-03-2014, Stb. 2014, 126

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 12 februari 2014 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verruiming van de bevoegdheden in het kader van het vreemdelingentoezicht (Stb. 2014, 80)

—Deze wet is op 22 maart 2014 in werking getreden. De wet is beschreven in NJB 2014/453, afl. 8.
 

Kamerstukken