Besluit van 11-04-2024, Stb. 2024, 101

Besluit houdende regels met betrekking tot het verplicht elektronisch doen van verzoeken en mededelingen en de indiening en de verzending van processtukken in civiele prejudiciële procedures bij de Hoge Raad (Besluit verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad)

—Dit besluit regelt dat in civiele prejudiciële procedures bij de Hoge Raad verplicht elektronisch wordt geprocedeerd. Het gaat om procedures waarin een rechtbank of gerechtshof op verzoek van partijen of ambtshalve beslist om een rechtsvraag te stellen aan de Hoge Raad. Dit kan als het antwoord op deze rechtsvraag van belang is voor een veelheid aan soortgelijke vorderingen of geschillen. De Hoge Raad biedt vervolgens partijen en eventueel anderen de gelegenheid om schriftelijke opmerkingen te maken over de gestelde vraag of vragen. Sinds 1 april 2017 wordt in civiele vorderingsprocedures bij de Hoge Raad al verplicht elektronisch geprocedeerd (Stb. 2017, 16). Sinds 1 april 2021 geldt deze verplichting ook voor civiele verzoekprocedures bij de Hoge Raad (Stb. 2021, 81). Dit betekent dat het indienen en uitwisselen van stukken in civiele cassatiezaken digitaal verloopt via het webportaal «Mijn Zaak Hoge Raad». Met het verplicht stellen van elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures, worden voortaan ook de eventuele schriftelijke opmerkingen en andere verzoeken en mededelingen in een civiele prejudiciële procedure elektronisch ingediend of gedaan via het webportaal Daarmee wordt de wijze van procederen voor alle civiele procedures bij de Hoge Raad gelijkgetrokken. Het verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures bij de Hoge Raad geldt voor zaken waarin op of na de datum van inwerkingtreding van dit besluit door de rechter een beslissing is genomen waarin prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. In zaken waarin vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit een dergelijke beslissing is genomen, kan het doen van verzoeken en mededelingen en het uitwisselen van stukken uitsluitend langs papieren weg plaatsvinden. Elektronische indiening en uitwisseling van stukken is in die zaken dus niet (vrijwillig) mogelijk.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2024.