Wet van 18-11-2010, Stb. 2010, 790
Wet tot wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer
—Politieke partijen kunnen bij verkiezingen van de Eerste Kamer geen lijstencombinaties meer aangaan. Het wordt verder lastiger voor kandidaten om met voorkeurstemmen te worden gekozen. Moet tot nu toe 50% van de kiesdeler worden gehaald, met de inwerkingtreding van deze wijziging wordt dat 100%. Een andere wijziging heeft betrekking op de kandidaatstelling. Politieke partijen dienen voortaan hun kandidatenlijst(en) in te leveren bij het centraal stembureau (de Kiesraad) en niet meer bij de afzonderlijke provincies. Voorts is nu in de Kieswet bepaald dat de leden van provinciale staten voortaan overal in het land op hetzelfde tijdstip, om 15.00 uur, zullen stemmen voor de Eerste Kamerverkiezingen. De leden kunnen daardoor geen kennis meer nemen van het stemgedrag van leden in andere provincies. Tot nu toe konden partijen na afloop van de verkiezingen voor de provinciale staten lijstencombinaties aangaan voor de Eerste Kamerverkiezing. Omdat ze op dat moment tamelijk zeker konden zijn van het stemgedrag van de leden van de provinciale staten, kon hier op gestuurd worden, teneinde zoveel mogelijk (rest)zetels in de wacht te slepen in de Eerste Kamer. De wijzigingen van de Kieswet zijn doorgevoerd op aandringen van de Eerste Kamer zelf op initiatief van PvdA-fractievoorzitter Noten. Het schrappen van de mogelijkheid om bij de verkiezingen een combinatie van aanverwante lijsten aan te gaan is een onbedoeld gevolg. De Eerste Kamer wilde om de mogelijkheden tot manipuleren te beperken, aansturen op het aangaan van lijstencombinaties voordat de provinciale Statenverkiezingen gehouden worden. Op advies van de Raad van State hebben regering en Tweede Kamer de betreffende bepaling in de Grondwet zo uitgelegd, dat een lijstencombinatie alleen na provinciale verkiezingen kan worden aangegaan. Dit heeft te maken met de interpretatie van het begrip 'verkiezingen' in artikel 55 van de Grondwet. Minister Donner van BZK zei in dit verband dat hij geen principiële bezwaren heeft tegen lijstencombinaties. Maar nu het uitgangspunt is om geen lijstencombinaties na de Provinciale Statenverkiezingen mogelijk te maken, is het volgens hem een onontkoombaar gevolg dat er ook voorafgaan aan de Statenverkiezingen geen lijstencombinaties meer mogelijk zijn. Indiening van een lijstencombinatie voor de provinciale verkiezingen zou dan afbreuk doen aan het concept van eenheid van verkiezingen, zoals voorzien in de Grondwet.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 7-12-2010, Stb. 2010, 812
De wet van 18 november 2010 tot wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (Stb. 2010, 790) is in werking getreden met ingang van 1 januari 2011
—Politieke partijen kunnen bij verkiezingen van de Eerste Kamer geen lijstencombinaties meer aangaan. Het wordt verder lastiger voor kandidaten om met voorkeurstemmen te worden gekozen. Moet tot nu toe 50% van de kiesdeler worden gehaald, met de inwerkingtreding van deze wijziging wordt dat 100%.
Kamerstukken
- TK 2009/10, 32 191, nr. 1
- TK 2009/10, 32 191, nr. 2
- TK 2009/10, 32 191, nr. 3
- TK 2009/10, 32 191, nr. 4
- TK 2009/10, 32 191, nr. 5
- TK 2009/10, 32 191, nr. 6
- TK 2009/10, 32 191, nr. 7
- TK 2009/10, 32 191, nr. 8
- TK 2009/10, 32 191, nr. 9
- EK 2009/10, 32 191, nr. A
- EK 2009/10, 32 191, nr. B
- EK 2010/11, 32 191, nr. C
- EK 2010/11, 32 191, nr. D
- EK 2010/11, 32 191, nr. E