Besluit van 24-04-2024, Stb. 2024, 126

Besluit tot wijziging van het Besluit Wfsv teneinde de uitzondering op de herzieningssituatie voor de lage premie ten gunste van het Algemeen Werkloosheidsfonds te verbreden

—Met ingang van 1 januari 2020 is de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) in werking getreden. Werknemers met een vast contract hebben in het algemeen betere arbeidsvoorwaarden, meer inkomenszekerheid en meer rechten dan werknemers met een flexibel contract. Het doel van de Wab is de kloof tussen vaste en flexibele contracten kleiner maken en de kosten- en risicoverschillen tussen arbeidscontracten te verminderen. Eén van de maatregelen om dit te bewerkstelligen is premiedifferentiatie in de WW. Doordat werkgevers een lagere WW-premie betalen voor vaste contracten dan voor flexibele contracten zijn vaste contracten in dat opzicht aantrekkelijker. Aangezien werknemers vanuit een flexibel contract vaker instromen in de WW, wordt met het toepassen van de hoge WW-premie ook de instroom in de WW eerlijker beprijsd. Daarom is een keuze gemaakt om oproepovereenkomsten en arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in beginsel onder de hoge WW-premie te brengen. Binnen premiedifferentiatie voor de WW geldt dat het onder de lage premie mogelijk is om maximaal 30% meer uren te verlonen dan de overeengekomen vaste arbeidsomvang. Dit betekent in de praktijk dat, voor de toepassing van de lage WW-premie, overwerk en geconsigneerde/beschikbare en eventueel opgeroepen uren gezamenlijk maximaal 30% van de overeengekomen vaste arbeidsomvang mogen vormen. Indien er gemiddeld over het kalenderjaar meer dan 30% extra uren worden verloond is een herzieningssituatie van toepassing en is de werkgever met terugwerkende kracht over het hele kalenderjaar en over alle arbeidsuren de hoge WW-premie verschuldigd (30% herzieningssituatie). Het gaat daarbij om meer dan 30% verloonde uren ten opzichte van de contractuele uren, dit percentage overuren wordt niet beschouwd als gangbare flexibiliteit in een arbeidscontract, waarop de lage premie van toepassing kan zijn.

Op deze hoofdregel is een uitzondering opgenomen voor voltijdscontracten. Voor arbeidsovereenkomsten met een gemiddelde arbeidsomvang van 35 uur of meer per week geldt deze herzieningssituatie niet. Om de wendbaarheid binnen vaste contracten te vergroten wordt de uitzondering verruimd door ook contracten met een bijna voltijds arbeidsomvang uit te zonderen van de 30% herzieningssituatie. De grens van een gemiddelde arbeidsomvang van 35 uur of meer per week wordt daarom aangepast naar een gemiddelde arbeidsomvang van meer dan 30 uur per week. Hieronder valt dus bijvoorbeeld ook een gemiddelde arbeidsomvang van 30,1 uur. Het gevolg daarvan is dat de 30% herzieningssituatie vaker is uitgezonderd en dat voor een grotere groep werknemers overwerk binnen het vaste contract onder de lage WW-premie mogelijk is. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met een overgangsregeling voor bestaande gevallen.