Wet van 11 juni 2025, Stb. 2025, 168 en inwerkingtredingsbesluit van 18-06-2025, Stb. 2025, 169

Wet houdende regels met betrekking tot het tegemoetkomen van burgers ten aanzien van wie door de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen ten onrechte geen medewerking aan een buitengerechtelijke schuldregeling is gegeven (Wet onverplichte tegemoetkoming onterechte afwijzing buitengerechtelijke schuldregeling)

—Deze wet biedt de grondslag voor het tegemoetkomingsbeleid voor burgers van wie een MSNP-verzoek onterecht is afgewezen door de ontvanger tussen 2014 en 2021. Over de jaren 2012 en 2013 zijn er geen dossiers meer beschikbaar door het verstrijken van de wettelijke bewaartermijn. Jaarlijks ontvangt de Belastingdienst circa 26.000 verzoeken om mee te werken aan een buitengerechtelijke schuldregeling (MSNP-verzoeken). Uit onderzoek is gebleken dat de Belastingdienst MSNP-verzoeken zonder nader onderzoek (geautomatiseerd) heeft afgewezen omdat sprake is geweest van een belasting- of toeslagenschuld boven een bepaald normbedrag, een kwalificatie opzet of grove schuld, een fraude-indicatie of een registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV). Achteraf bezien is het onjuist geweest dat saneringsvoorstellen enkel op één van die gronden geautomatiseerd zijn afgewezen. Het kabinet vindt een onverplichte tegemoetkoming passend omdat door de onterechte afwijzingen de ontvanger burgers met problematische schulden de mogelijkheid tot het realiseren van een schuldenvrije start onnodig heeft beperkt. Na de onterechte afwijzing van het MSNP-verzoek door de ontvanger zijn de betrokken burgers mogelijk verder in de schulden geraakt. Het tegemoetkomingsbeleid bestaat uit de volgende onderdelen:

  • tegemoetkoming ter erkenning van het onterecht handelen van de Belastingdienst (de forfaitaire tegemoetkoming);
  • kwijtschelding van de openstaande belasting- en toeslagschulden;
  • terugbetaling van betaalde bedragen aan en de verrekende bedragen door de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen;
  • een pseudo-MSNP: een MSNP waarbij de ontvanger van de Belastingdienst een bedrag betaalt gelijk aan de afloscapaciteit van de burger, zodat de burger dit niet zelf hoeft af te dragen.

Inwerkingtreding

De wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2025.

Kamerstukken