Besluit van 3 juli 2025, Stb. 2025, 187
Besluit tot wijziging van het Besluit EU-verordeningen Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft ter uitvoering van Verordening 2024/2987 en Richtlijn 2024/2994 betreffende clearingmarkten (Uitvoeringsbesluit EMIR 3-verordening en EMIR 3-richtlijn
—De wijzigingen in EMIR (European Market Infrastructure Regulation) moeten de aantrekkelijkheid van clearing bij in de Europese Unie gevestigde CTP’s (centrale tegenpartijen) vergroten door het vergunningsproces te vereenvoudigen. De aanpassingen moeten ook de stabiliteitsrisico’s verminderen die voortkomen uit overmatige concentratie van clearing door EU-marktpartijen bij CTP’s in staten die geen lidstaat van de EU zijn (derde landen).
Centrale clearing
Clearing is het garanderen, netteren en administreren van een effectentransactie. CTP’s zijn ondernemingen die centrale clearing uitvoeren en zijn hiermee een belangrijk onderdeel van de financiële marktinfrastructuur. Een CTP plaatst zich tussen de partijen bij een effectentransactie en wordt zo de koper van elke verkoper en de verkoper van elke koper. Mocht een van de partijen niet leveren, dan zal de CTP alsnog de vordering leveren aan de tegenpartij. Hierdoor concentreert al het (tegenpartij)risico zich bij een CTP. CTP’s mitigeren dit (tegenpartij)risico door een veelvoud van transacties te netteren, waardoor het algehele risico in de markt kleiner wordt. De verordening heeft rechtstreekse werking. De inhoud van dit uitvoeringsbesluit is daarom relatief summier en ziet alleen op de bevoegdheidsverdeling tussen de toezichthouders DNB en AFM en op de handhaving van de verplichtingen die voortvloeien uit de verordening.
Het besluit treedt in werking op 15 juli 2025.