Wet van 25-08-2023, Stb. 2023, 285

Wet houdende bepalingen over gegevensuitwisseling ter bevordering van samenwerking binnen het zorgdomein en van doelmatige en rechtmatige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp (Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg)

—Dit wet beoogt de effectiviteit van de aanpak van fraude in de zorg op niveau van de betrokken instanties en de domeinen waarin zij actief zijn, maar ook op het niveau van het gehele zorgdomein te vergroten. Daartoe acht het kabinet samenwerking en het in dat kader uitwisselen van gegevens noodzakelijk. Intensivering en verbreding van de samenwerking vindt al plaats tussen diverse instanties bij het bestrijden van fraude in de zorg. Dit heeft knelpunten waarop instanties stuiten bij het samenwerken en uitwisselen van gegevens duidelijk gemaakt. Wetgeving is noodzakelijk teneinde de knelpunten, die bestaan uit het ontbreken van voldoende grondslagen voor en verplichting tot noodzakelijke uitwisseling van persoonsgegevens, onduidelijkheid over bevoegdheden en de borging van de rol van het samenwerkingsverband Informatieknooppunt zorgfraude (IKZ), weg te nemen. De wet bestaat uit drie onderdelen: het eerste onderdeel biedt een wettelijke grondslag voor de in artikel 2.1 genoemde instanties, te weten gemeenten en ziektekostenverzekeraars, onderling (persoons)gegevens te verstrekken over partijen ten aanzien van wie de gerechtvaardigde overtuiging bestaat dat zij fraude in de zorg hebben gepleegd. De voorwaarde daarvoor is dat deze gegevens noodzakelijk zijn voor de bestrijding van die fraude. Alvorens gemeenten en zorgverzekeraars op grond van een gerechtvaardigde overtuiging een zorgverlener in het waarschuwingsregister opnemen, moet die overtuiging eerst worden bevestigd door de NZa en moet het IGJ daarover worden ingelicht. Het tweede onderdeel van de wet betreft de wettelijke grondslag voor de in 2.3, eerste lid, genoemde instanties voor het verstrekken van (persoons)gegevens in het geval die voor de bestrijding van fraude in de zorg noodzakelijk zijn voor een of meerdere van de in dit lid genoemde instanties. De hiervoor genoemde betrokken instanties verstrekken de gegevens aan het IKZ. Er is niet langer een samenwerkingsverband, maar het IKZ wordt een instelling als zodanig aangewezen. Het derde onderdeel van deze wet betreft de wettelijke grondslag en verplichting voor het Inlichtingenbureau (IB). Het IB wordt verwerkingsverantwoordelijke en krijgt een rol in de gegevensuitwisseling tussen gemeenten en het IKZ. De wet doet niets af aan de bestaande grondslagen voor bilaterale of multilaterale uitwisseling van (persoons)gegevens tussen betrokken instanties. Die onderlinge uitwisseling van gegevens blijft mogelijk, maar daarbij moet ook de toepassing van onderhavige wet worden meegenomen. Het is in de wet uitgesloten om gegevens uit te wisselen waarop het medisch beroepsgeheim rust.

Inwerkingtreding op een bij kb te bepalen tijdstip.

Kamerstukken