Wet van 18 juni 2025, Stb. 2025, 209

Wet houdende regels omtrent de instelling van het Adviescollege toetsing regeldruk (Instellingswet Adviescollege toetsing regeldruk)

—De wet roept het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) in het leven dat toetst of bij nieuwe wet- en regelgeving aandacht is besteed aan het minimaliseren van de lasten voor burgers en ondernemers, of de kosten adequaat in beeld zijn gebracht en of de onderbouwing van deze lasten duidelijk is. Deze toetsing vormt een belangrijk deel van de advisering aan de regering en beide Kamers en is bedoeld om een goede afweging door de wetgever mogelijk te maken. Daarnaast kan ATR ook over bestaande wet- en regelgeving advies uitbrengen.

Tijdelijke Adviescollege permanent

Tot nu toe wordt deze rol vervuld door het tijdelijke Adviescollege toetsing regeldruk. De wetgever wenst een meer permanente voortzetting van deze toetsing. Het College kan gevraagd én ongevraagd adviseren over het verminderen van regeldruk. De taken en bevoegdheden van het ATR worden op enkele punten uitgebreid.

Amendementen

Op het voorstel zijn door de Tweede Kamer dertien amendementen aangenomen, waarvan de meeste de reikwijdte van de toetsing door ATR vergroten, onder andere tot beleidsregels van uitvoeringsorganisaties en toezichthouders. Ook is een amendement aangenomen dat de oorspronkelijke uitzondering voor burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht laat vervallen, zodat ook voorstellen op deze terreinen getoetst kunnen worden op regeldrukeffecten. De Wetboeken van Strafrecht en Strafvordering blijven uitgezonderd van regeldruktoetsing. De artikelen van de wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Kamerstukken