Wet van 1 oktober 2025, Stb. 2025, 312 jo. 313
Wet tot wijziging van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen in verband met het op onderdelen in balans brengen van deze wetten tussen bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving (Participatiewet in balans)
—De wet beoogt op onderdelen uit de Participatiewet, IOAW en IOAZ meer balans aan te brengen tussen bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving. De Participatiewet is als vangnet bedoeld. De wet wordt soms als ‘hard’ ervaren door een samenspel van complexiteit, beperkte ondersteuning en strenge handhaving. De wet moet deze hardheid wegnemen door vertrouwen en menselijke maat als centrale begrippen te verankeren in (de uitvoering van) de wet, en de wet en uitvoering te vereenvoudigen.
De wet is onderdeel van eerste stappen om tot een cultuurverandering te komen, door: de regels en ondersteuning van de Participatiewet te laten aansluiten op de mogelijkheden en omstandigheden van de mensen voor wie ze bedoeld zijn;
- het vergroten van de rechtszekerheid, zowel qua rechten als plichten; en
- het creëren van meer handelingsruimte voor de uitvoerend professional.
Door een samenhangend pakket van ruim twintig maatregelen in de wet moet de uitvoeringsprofessional meer ruimte krijgen om te doen wat nodig is om mensen te ondersteunen. In eerste instantie om hen aan het werk te helpen, en als dat (nog) niet kan te zorgen voor een toereikend inkomen en andere vormen van participatie. De wet treedt deels in werking op 1 januari 2026 en deels op 1 januari 2027. De overige onderdelen treden in werking op een bij wet of een ander besluit te bepalen tijdstip. Het Besluit van 30 augustus 2025 tot wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 in verband met het onderzoek naar de levensvatbaarheids- en vermogenstoets in dat besluit en vanwege de Participatiewet in balans (Stb. 2025, 220) treedt in werking met ingang van 1 januari 2027.
Kamerstukken
- TK 2023/24, 36582, nr. 1
- TK 2023/24, 36582, nr. 2
- TK 2023/24, 36582, nr. 3
- TK 2023/24, 36582, nr. 4
- TK 2024/25, 36582, nr. 6
- TK 2024/25, 36582, nr. 7
- TK 2024/25, 36582, nr. 9
- TK 2024/25, 36582, nr. 17
- TK 2024/25, 36582, nr. 25
- TK 2024/25, 36582, nr. 29
- TK 2024/25, 36582, nr. 35
- TK 2024/25, 36582, nr. 45
- TK 2024/25, 36582, nr. 46
- TK 2024/25, 36582, nr. 47
- TK 2024/25, 36582, nr. 66
- TK 2024/25, 36582, nr. 67
- EK 2024/25, 36582, nr. A
- EK 2024/25, 36582, nr. C
- EK 2024/25, 36582, nr. D
- EK 2024/25, 36582, nr. E