Wet van 23-05-2025, Stb. 2025, 156
Wet houdende wijzigingen van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enkele andere wetten in verband met de modernisering van het systeem van servicekosten
—Het doel van de wet is om te zorgen dat huurders beter wordt beschermd tegen verhuurders die ten onrechte servicekosten in rekening brengen of servicekosten rekenen die geen relatie hebben met de daadwerkelijk gemaakte kosten. Voorts is het doel om meer duidelijkheid te verschaffen over hetgeen als servicekosten kan worden gerekend en daarmee het aantal geschillen terug te brengen en de handhaving door gemeenten te vereenvoudigen. De wet bevat de volgende onderdelen: • De opname van een grondslag in Boek 7 waardoor een limitatieve lijst met categorieën van servicekosten in het Besluit servicekosten (amvb) zal worden vastgesteld; • Het uitgangspunt dat servicekosten daadwerkelijk gemaakte kosten zijn die een redelijke vergoeding voor de geleverde service zijn, wordt expliciet tot uitdrukking gebracht in het BW;
• Een delegatiegrondslag op grond waarvan het mogelijk is om in een ministeriële regeling regels te stellen over de wijze van berekening en de maximale hoogte van de servicekosten; • De Huurcommissie krijgt de bevoegdheid om uitspraak te doen over het voorschot van alle servicekosten voor huurders in het gereguleerde huursegment; • De mogelijkheden om een collectief geschil bij de Huurcommissie aanhangig te maken worden versoepeld; en • Enkele (technische) verbeteringen in de werkwijze van de Huurcommissie. De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.