Besluit van 6-05-2025, Stb. 2025, 119

Besluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht

—Het besluit legt vast dat op Schiphol per gebruiksjaar maximaal 478.000 vliegtuigbewegingen met handelsverkeer mogen plaatsvinden. Van dit aantal mogen maximaal 27.000 vliegtuigbewegingen plaatsvinden tussen 23.00 uur tot 7.00 uur.

Handelsverkeer en General Aviation

Handelsverkeer betreft verkeersvluchten van luchtvaartmaatschappijen die open staan voor individuele boekingen voor passagiers waarbij er sprake is van een vliegschema, of waarmee vracht of post vervoerd wordt. Het gaat derhalve om vluchten waarvoor men als gebruiker moet betalen, hetzij via een ticket als passagier, hetzij via transportkosten voor vracht. Ander verkeer valt onder ‘General Aviation (GA), dit kan zowel zakelijk als recreatief verkeer betreffen. GA betreft ook vluchten met politie- en kustwachthelikopters en testvluchten met vliegtuigen die op Schiphol in onderhoud of reparatie zijn. Hiervoor is geen maximumaantal opgenomen in het Luchthavenverkeerbesluit, maar GA valt wel binnen de beschikbare geluidsruimte, zodat de verwachting is dat er minder capaciteit beschikbaar zal zijn voor GA over het gebruiksjaar 2025–2026.

Balanced approach methode

De aantallen zijn vastgesteld aan de hand van de Europese ‘balanced approach’ methode, die verplicht is voor luchthavens met meer dan 50.000 vliegtuigbewegingen per jaar. De achtergrond van de maatregelen is het beperken van overlast voor omwonenden van de luchthaven, met name op het gebied van geluid.

EVRM

Het is vaste rechtspraak van het EHRM dat, hoewel het EVRM geen expliciet recht op een schone en rustige leefomgeving bevat, een individu dat rechtstreeks en serieus gevolgen ondervindt van lawaai of andere vervuiling, aan artikel 8 EVRM bescherming kan ontlenen. Lawaai, emissies, stank en andere vormen van interferentie kunnen, mits voldoende ernstig, een inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven en de eigen woning bewerkstelligen. Uit het verdrag volgt daarom voor staten de verplichting te voorkomen dat op dat recht onrechtmatige inbreuken worden gemaakt. Daarbij moet een fair balance worden gevonden tussen de belangen van de betrokken individuen en de samenleving als geheel.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 2025.