Wet van 09-04-2021, Stb. 2021, 194

Wet tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten)

Deze wet, een initiatief van Kamerlid Nijboer (PvdA), heeft als doel huurders te beschermen tegen hoge huurstijgingen. Die bescherming krijgt gestalte middels een maximering van de jaarlijkse toegestane huurverhoging voor huurders met geliberaliseerde huurovereenkomsten. De regering had een dergelijke wet aangekondigd in reactie op de aangenomen motie Nijboer (Kamerstukken II 2019/20, 35 300-VII, nr. 80), echter liet dit volgens de indiener te lang op zich wachten. De huurverhoging wordt in deze wet gemaximeerd op het niveau van de inflatie plus 1 procent. De werkingsduur van de wet wordt vanwege Europeesrechtelijke houdbaarheid voorlopig beperkt tot 36 maanden. Bestaande afspraken over huurgewenning na renovatie of verduurzaming worden gerespecteerd. De uitzonderingsbepaling voor huurprijsverhogingen na investeringen in het woongenot of de energieprestatie wordt zo vormgegeven dat deze aansluit bij de systematiek die geldt voor de gereguleerde huurvoorraad. De wet regelt tot slot toegang tot de huurcommissie bij geschillen over de huurverhoging.

Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 19-04-2021, Stb. 2021, 213

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten (Stb. 2021, 194)

—De wet treedt in werking met ingang van 01-05-2021.

Kamerstukken