Wet van 22-06-2016, Stb. 2016, 241 en inwerkingtredingsbesluit van 24-06-2016, Stb. 2016, 243
Wet tot wijziging van de Aanbestedingswet 2012 in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU
—De Aanbestedingswet 2012 bevat hoofdzakelijk de implementatie van de Europese aanbestedingsrichtlijnen (Richtlijn 2004/18/EG en Richtlijn 2004/17/EG) voor opdrachten boven de Europese drempelwaarden. Deze richtlijnen zijn herzien en vervangen door twee nieuwe richtlijnen. In deze wet worden de wijzigingen die volgen uit deze twee herziene richtlijnen geïmplementeerd. Als gevolg van de herziene aanbestedingsrichtlijnen krijgen aanbestedende diensten meer flexibiliteit bij de toepassing van enkele aanbestedingsprocedures. De wet strekt ook tot implementatie van de nieuw geïntroduceerde concessierichtlijn. De huidige Aanbestedingswet 2012 bevat als gevolg van implementatie van Richtlijn 2004/18/EG een licht regime voor concessies voor openbare werken. Met de introductie van de concessierichtlijn wordt één licht regime voor concessies voor werken en diensten geïntroduceerd voor zowel aanbestedende diensten als speciale-sectorbedrijven. Dit moet leiden tot een verbetering van de transparantie en gelijke behandeling van ondernemers bij het plaatsen van concessieopdrachten. De doelstellingen van de concessierichtlijn zijn gelijk aan die van de aanbestedingsrichtlijnen.
De belangrijkste aanpassingen die de wet met zich meebrengt, zijn:
- Meer ruimte voor innovatie en duurzaamheid: introductie procedure voor innovatiepartnerschap en verduidelijking op welke wijze strategische beleidsdoelstellingen zoals duurzaamheid en sociale criteria kunnen worden meegewogen bij opdrachten.
- Meer flexibiliteit bij aanbestedingsprocedures: door het toepassingsgebied van de mededingingsprocedure met onderhandeling en de concurrentiegerichte dialoog uit te breiden, beogen de aanbestedingsrichtlijnen meer flexibiliteit en ruimte voor communicatie tussen partijen te bieden.
- Verlaging van de administratieve lasten: de aanbestedingsrichtlijnen verplichten tot elektronisch aanbesteden. Elektronisch aanbesteden scheelt ondernemers, aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven tijd en geld en draagt bij aan het verminderen van administratieve lasten.
- Integriteit bij aanbesteden: aanbestedende diensten moeten passende maatregelen nemen ter voorkoming van belangenconflicten door bijvoorbeeld een interne regeling op te stellen. Mogelijkheid van uitsluiting van deelneming aan een opdracht bij aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen.
- Publiek-publieke samenwerking: in specifieke gevallen van onderlinge samenwerking behoeven aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven niet deel 2, deel 2a of deel 3 van de Aanbestedingswet 2012 toe te passen, de zogenaamde publiek-publieke samenwerking. De wet verduidelijkt welke (met name jurisprudentiële) grenzen worden gesteld aan deze samenwerking.
- Voorbehouden opdrachten: de mogelijkheid opdrachten voor te behouden aan sociale werkvoorzieningen als ten minste 50% van de werknemers gehandicapt zijn, wordt uitgebreid door dit percentage te verlagen naar 30%, ‘kansarmen’ toe te voegen aan de doelgroep en aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven de mogelijkheid te bieden opdrachten voor te behouden aan ondernemingen die de integratie van arbeidsbeperkten tot doel hebben.
- Opdrachten voor sociale en andere specifieke diensten: aanbestedende diensten worden verplicht opdrachten voor sociale en andere specifieke diensten met een waarde boven € 750.000 aan te kondigen. Voor speciale-sectorbedrijven geldt de verplichting vanaf € 1.000.000.
- Concessieopdrachten: De concessierichtlijn introduceert een nieuw regime voor concessieopdrachten voor diensten en vult de bestaande bepalingen rondom de concessieopdrachten voor werken aan. Hierdoor ontstaat één licht regime voor concessieopdrachten. Kenmerkend is het vormvrije karakter. De concessierichtlijn biedt nieuwe kansen voor aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven om opdrachten op een andere wijze in de markt te zetten.
- Speciale sectoren: voor speciale-sectorbedrijven gelden momenteel al aparte en meer flexibele regels omdat het veelal gaat om geliberaliseerde sectoren. Activiteiten met betrekking tot de exploratie van olie en gas en bepaalde postdiensten (financiële, logistieke, elektronische en filateliediensten) zullen hier niet langer onder vallen. Om de mededinging te versterken maximeert deze wet de looptijd van een raamovereenkomst voor speciale-sectoropdrachten tot in beginsel acht jaar.
Inwerkingtreding m.i.v. 01-07-2016 (de in artikel I, onderdelen BC, BD, onder a, GY en GZ, onder a, van de wet, opgenomen wijzigingen van de artikelen 2.38, 2.39, eerste lid, 3.40, en 3.41, eerste lid, van de Aanbestedingswet 2012, treden eveneens in werking m.i.v. 01-07-2016, maar werken in sommige situaties terug t/m 18-04-2016).
Kamerstukken
- TK 2015/16, 34 329, nr. 1
- TK 2015/16, 34 329, nr. 2
- TK 2015/16, 34 329, nr. 3
- TK 2015/16, 34 329, nr. 4
- TK 2015/16, 34 329, nr. 5
- TK 2015/16, 34 329, nr. 10
- TK 2015/16, 34 329, nr. 30
- TK 2015/16, 34 329, nr. 31
- Handelingen TK 2015/16, nr 67, item 8
- EK 2015/16, 34 329, nr. A
- EK 2015/16, 34 329, nr. B
- Handelingen EK 2015/16, nr 35, item 7