Wet van 28-06-2023, Stb. 2023, 252 en inwerkingtredingsbesluit van 10-07-2023, Stb. 2023, 254
Wet tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen (PbEU 2019, L 321/1) (Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen)
—Deze wet strekt tot implementatie van de richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen. De uiterste datum waarop deze richtlijn moest zijn omgezet in Nederlands recht was 31 januari 2023. De richtlijn beoogt de vrijheid van vestiging binnen de Europese Unie te bevorderen door het voor vennootschappen gemakkelijker te maken om grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen te effectueren, terwijl de rechten van belanghebbenden (aandeelhouders, schuldeisers en werknemers) worden versterkt.
De wet implementeert allereerst de wijzigingen die de richtlijn aanbrengt aan de bestaande regeling voor grensoverschrijdende fusies in de Vennootschapsrichtlijn, door wijziging van de huidige Afdeling 3A van Titel 7 van Boek 2 BW. Vervolgens wordt het nieuwe rechtskader van de richtlijn voor grensoverschrijdende splitsingen en omzettingen geïmplementeerd in een nieuwe Afdeling 6 van Titel 7 respectievelijk een nieuwe Titel 7A. Daarnaast brengt deze wet een wijziging aan in de Wet op het notarisambt (Wna).
De richtlijn regelt de drie genoemde verrichtingen – omzetting, splitsing en fusie – grotendeels langs vergelijkbare lijnen. Het proces van elke verrichting verloopt via drie fasen: de voorbereidende, besluitvormende en uitvoerende fase. De voorbereidende fase houdt in dat elke vennootschap voorbereidende handelingen moet verrichten volgens het eigen nationale recht. Met betrekking tot bijvoorbeeld de fusie geldt dat daaronder onder meer wordt verstaan dat een (gezamenlijk) fusievoorstel wordt opgesteld en openbaar gemaakt. Daarbij geeft de richtlijn regels over wat er minimaal in dit voorstel moet worden opgenomen. Vervolgens moet het formele besluit tot fusie worden genomen. Daarna start de uitvoerende fase. De bevoegde instantie uit het land van vertrek moet een schriftelijke verklaring – een zogenaamd pre-fusieattest – afgeven aan de bevoegde instantie uit het land van bestemming waarin staat dat de fusie, kort gezegd, rechtmatig is verlopen. Daarna wordt de fusie uitgevoerd volgens de regels van het land van bestemming; daarover geeft de bevoegde instantie uit het land van bestemming een slotattest af waarin staat dat aan alle fusievereisten is voldaan. Daarop kunnen de inschrijvingen van de fuserende vennootschappen in het handelsregister, in zowel het land van bestemming als het land van vertrek, worden bijgewerkt. Voor de splitsing en de omzetting geldt een vergelijkbaar regime.
De richtlijn bevat daarnaast waarborgen voor aandeelhouders, schuldeisers en werknemers in het geval van grensoverschrijdende verrichtingen. Voor de grensoverschrijdende fusie wordt de thans geldende bescherming van aandeelhouders en schuldeisers in de Vennootschapsrichtlijn uitgebouwd en worden de (rechtspersonenrechtelijke) medezeggenschapsrechten van werknemers beter beschermd. Voor de grensoverschrijdende splitsing en omzetting zijn deze waarborgen nieuw. De richtlijn voorziet onder meer voor aandeelhouders in een uittreedrecht en in regelingen en procedures voor vaststelling van ruilverhoudingen en schadeloosstellingen. De bestaande mogelijkheden voor werknemers die zij op grond van rechtspersonenrechtelijke medezeggenschapsregelingen hebben, worden verder verzekerd voor alle verrichtingen. Schuldeisers krijgen onder meer de mogelijkheid om zich tot een (administratieve of gerechtelijke) instantie te wenden binnen drie maanden na openbaarmaking van het verrichtingsvoorstel voor het afdwingen van waarborgen (zoals een (bank)garantie of een pandrecht) als zij, kort gezegd, niet tevreden zijn over de geboden waarborgen in dit voorstel.
Inwerkingtreding met ingang van 01-09-2023.