Wet van 1 juni 2022, Stb. 2022, 261
Wet houdende tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten)
—Deze wet regelt de mogelijkheid om bij verkiezingen te experimenteren met nieuwe stembiljetten. Het huidige stembiljet is (te) groot en daardoor zowel voor de stembureaus als voor veel kiezers lastig te hanteren. De experimenten zijn erop gericht dat bij verkiezingen, in het stemlokaal, een stembiljet kan worden gebruikt dat beter hanteerbaar is, zowel bij het stemmen als bij het tellen. Tevens zijn de nieuwe stembiljetten geschikt om elektronisch te worden geteld. De stap naar elektronisch tellen kan gezet worden nadat, in de experimenten, is gebleken dat de kiezers met een nieuw stembiljet overweg kunnen. Ook voor de kiezer moet het kleinere stembiljet beter te hanteren zijn. Verder bieden de nieuwe stembiljetten mogelijkheden om daarop logo’s van politieke partijen te vermelden, wat de herkenbaarheid van die partijen voor kiezers kan vergroten en zo eveneens, ook voor laaggeletterde kiezers, de toegankelijkheid van het stembiljet kan verbeteren. Er zijn twee modellen waarmee geëxperimenteerd kan worden: een stembiljet per partij met namen van kandidaten en een stembiljet met partijen en kandidaatnummers (de namen staan op een aparte, bij het stemmen voor kiezer beschikbare lijst).
Bij de behandeling in de Tweede Kamer zijn twee amendementen aangenomen:
- Nr. 13 beoogt de vrijblijvendheid van politieke partijen om een logo te registreren te beperken. Het registreren van een logo is in principe verplicht. Als een partij geen logo registreert, wordt alleen de (geregistreerde) aanduiding van de partij gebruikt.
- Nr. 14 strekt ertoe dat de verkiezingsuitslag in zijn geheel herleidbaar is en zorgt ervoor dat bij verkiezingen tot op kandidaats-niveau per stembureau voor ieder inzichtelijk is hoeveel stemmen er uitgebracht zijn. Daarvoor worden twee elementen uit de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen (Kamerstukken 35 489) naar voren gehaald. Niet alleen het proces van tellen moet transparant zijn, maar ook het proces van het optellen van de stemmen.
Inwerkingtreding
Deze wet treedt (met uitzondering van de artikelen 5, 17 en 18), in werking met ingang van 1 oktober 2022 en vervalt tien jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.
Kamerstukken
- TK 2019/20, 35 455, nr. 1
- TK 2019/20, 35 455, nr. 2
- TK 2019/20, 35 455, nr. 3
- TK 2019/20, 35 455, nr. 4
- TK 2019/20, 35 455, nr. 5
- TK 2020/21, 35 455, nr. 6
- TK 2021/22, 35 455, nr. 13
- TK 2021/22, 35 455, nr. 14
- TK 2021/22, 35 455, nr. 16
- TK 2021/22, 35 455, nr. 17
- EK 2021/22, 35 455, nr. A
- EK 2021/22, 35 455, nr. B
- EK 2021/22, 35 455, nr. C
- EK 2021/22, 35 455, nr. D
- EK 2021/22, 35 455, nr. E
- EK 2021/22, 35 455, nr. F
- EK 2021/22, 35 455, nr. I