Rijkswet van 21-10-2023, Stb. 2023, 407

Rijkswet tot wijziging van de artikelen 14 en 38 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (beperken van de mogelijkheid een algemene maatregel van rijksbestuur uit te vaardigen zonder wettelijke grondslag daartoe)

—In het Statuut worden twee vormen van regelgeving genoemd, nl. de Rijkswet en de Algemene Maatregel van Rijksbestuur (AMvRB).

De Rijkswet komt tot stand door samenwerking van de Koninkrijksregering en het Nederlands parlement na raadpleging van de Staten van resp. de Nederlandse Antillen en Aruba. De AMvRB is een zelfstandig besluit van de Koninkrijksregering dat als zodanig wordt afgekondigd. De AMvRB hoeft dus niet op een rijkswet te berusten. Voor de AMvRB geldt niet het primaat van de wetgever. De initiatiefnemer noemt deze situatie opmerkelijk en discongruent: in Aruba, de Nederlandse Antillen en Nederland wordt als geldend staatsrecht aanvaard de regel dat een Algemene Maatregel van Bestuur, houdende algemene verbindende voorschriften, slechts bij of krachtens de wet kan worden genomen. De bevoegdheid van de volksvertegenwoordiging tot het mede vaststellen van algemeen verbindende voorschriften wordt beschouwd als een belangrijke verworvenheid van de in het Koninkrijk bestaande parlementaire democratie. Voorgesteld wordt o.m. in art. 14 lid 1 de zin 'bij Rijkswet of in de daarvoor in aanmerking komende gevallen bij Algemene maatregel van Rijksbestuur vastgesteld' te vervangen door de zin 'bij of krachtens rijkswet vastgesteld'.

Kamerstukken

R1672