Besluit van 26 januari 2024, Stb. 2024, 13 en 31 januari 2024, Stcrt. 2024, 3320

Besluit houdende regels inzake de uitvoering van de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen alsmede vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (Besluit gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen)

—De Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (Stb. 2024, 12) creëert een nieuwe systematiek met een tweejaarlijkse wetscyclus van raming, overleg, verdeling, en uitvoering (realisatie). Uitgegaan wordt van solidariteit tussen gemeenten, een meer evenwichtige spreiding over het land, het zoveel mogelijk vrijwillig ter beschikking stellen van opvangplaatsen door gemeenten en het voorkomen van (crisis)noodopvang. Het doel is om te komen tot een duurzaam en stabiel ‘opvanglandschap’ met voldoende opvangplaatsen voor de wisselende opvangbehoefte die inherent is aanhet vraagstuk. Op onderdelen is de praktische uitwerking van de wet overgelaten aan regulering bij of krachtens algemene maatregel van bestuur. Dit sluit aan bij de behoefte aan flexibiliteit om zo nodig snel te kunnen reageren op de bij het wetsvoorstel voorziene invoeringstoets na twee jaar en evaluatie van de wet na vier jaar. Gelet op het feit dat met de wet een stelselwijziging is beoogd die zich naar haar aard nog niet in haar totaliteit laat beoordelen is deze flexibiliteit noodzakelijk. Voor 1 februari 2024 is vastgesteld hoeveel opvangplekken nodig zijn voor de komende twee jaar. Deze opvangplekken worden (indicatief) verdeeld over de gemeenten op basis van het inwoneraantal en de sociaaleconomische score van een gemeente. Een raming van de cumulatieve provinciale opvangopgave verdeling is gepubliceerd in de Staatscourant.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 31 januari 2024, behalve artikel 5.1 waarmee het bijeenroepen van een periodiek overleg door de Commissaris van de Koning wordt geregeld. Dat treedt 31 maart 2024 in werking.