Besluit van 29-06-2021, Stb. 2021, 315

Besluit tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht en het Besluit slachtoffers van strafbare feiten ter implementatie van Richtlijn 2019/713/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PbEU 2019, L 123)

—Dit besluit hangt samen met de verplichtingen die voortvloeien uit Richtlijn 2019/713/EU van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PbEU 2019, L 123). Met de aanvaarding en inwerkingtreding van de wet van 25 februari 2021 ter implementatie van de richtlijn (Stb. 2021, 203) zijn alle ter implementatie van de richtlijn noodzakelijke wijzigingen op het niveau van de wet doorgevoerd. Als sluitstuk van de vereiste implementatiewetgeving worden met dit besluit het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht en het Besluit slachtoffers van strafbare feiten aangepast. Het ene voorziet in de mogelijkheid tot het uitoefenen van extraterritoriale rechtsmacht voor situaties waarin een onderdaan of ingezetene van Nederland in het buitenland een strafbaar feit als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 8 van de richtlijn begaat. Het andere voorziet erin dat de reeds bestaande werkwijze (met betrekking tot o.a. dat aan slachtoffers van de in richtlijn omschreven strafbare feiten specifieke informatie wordt verstrekt en specifiek advies wordt geboden over manieren om zichzelf te beschermen tegen de negatieve gevolgen van deze strafbare feiten) ook in het Besluit slachtoffers van strafbare feiten wordt verankerd, ter voldoening aan de richtlijn.

Inwerkingtreding met ingang van 01-07-2021.