Wet van 28-10-2020, Stb. 2020, 465
Wet tot wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES en de Wet financiële markten BES in verband met het aanpakken van geconstateerde risico’s op witwassen en financieren van terrorisme op de BES en het in overeenstemming brengen van deze wetgeving met de aanbevelingen van de Financial Action Task Force
—Deze wet beoogt de preventieve maatregelen tegen witwassen en financieren van terrorisme in Caribisch Nederland aan te scherpen. Daarmee adresseert de wet onder meer risico’s die zijn vastgesteld in de National Risk assessment BES, lost deze knelpunten op die in de praktijk van de toepassing van de Wwft BES zijn gebleken en zorgt de wet voor volledige implementatie van de standaarden van de Financial Action Task Force (FATF). Tijdens de vorige evaluatie van Nederland door de FATF zijn tekortkomingen in de wetgeving van Europees Nederland aan de orde gekomen die ook relevant zijn voor de Wwft BES. Vooral de afstemming van de verplichtingen van advocaten en notarissen op het voor hen geldende beroepsgeheim en de definitie van het begrip ‘uiteindelijk belanghebbende’ (UBO) voldoen niet. Verder zijn de FATF-standaarden in 2012-2013 herzien en zijn zij ook daarna nog regelmatig gewijzigd. Daarbij is meer nadruk komen te liggen op een risicogebaseerde benadering; deze moet geïntegreerd zijn in alle onderdelen van het voorkomen van witwassen en financieren van terrorisme. Deze benadering wordt met deze wet steviger in de Wwft BES verankerd. Dit heeft tot gevolg dat de risicogebaseerde benadering op verschillende terreinen wordt geëxpliciteerd, dan wel uitgebreid. Ten eerste worden financiële instellingen verplicht om de risicogebaseerde benadering door te voeren in de eigen bedrijfsvoering. Ook cliëntenonderzoek wordt meer risico-gebaseerd. De reikwijdte van de Wwft BES wordt verder uitgebreid met handelaren in bouwmaterialen.
De FATF-aanbevelingen bevatten ook voorschriften over de omgang met ‘politically exposed person’ (PEP’s): bij buitenlandse PEP’s moet standaard meer onderzoek wordt gedaan. In het geval van een binnenlandse PEP moet een dienstverlener een risicobeoordeling maken en, indien er sprake is van een verhoogd risico, verscherpt cliëntenonderzoek verrichten. In overeenstemming met zowel de regelgeving op Curaçao en Sint-Maarten en de regelgeving in Europees Nederland is gekozen om het onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse PEP’s in de Wwft BES niet langer te hanteren. Bij het maken van de reeds wettelijk verplichte risicobeoordeling dienen dienstverleners zelf vast te stellen of iemand kwalificeert als een PEP. De huidige limitatieve opsomming van specifieke functies verdwijnt.
Verder wordt het handhavingsinstrumentarium van de toezichthoudende autoriteiten versterkt. Zo worden een boete en last onder dwangsom mogelijk bij het weigeren van medewerking, worden de mogelijkheden van gegevensdeling voor toezichthouders uitgebreid en wordt de grondslag gecreëerd voor de toezichtautoriteiten om een boete of een last onder dwangsom openbaar te maken.
Een ander bestaand knelpunt dat met deze wet moet worden opgelost is dat er onduidelijkheden bestonden over de verhouding van verplichtingen uit de Wwft BES met het beroepsgeheim van advocaten en notarissen. Met deze wet wordt geëxpliciteerd dat de geheimhoudingsplicht waaraan zij zijn gehouden uit hoofde van hun beroep niet onverkort geldt voor notarissen voor zover zij onder de reikwijdte van de Wwft BES vallen. Daarnaast wordt ook geëxpliciteerd dat notarissen niet gehouden zijn aan de geheimhoudingsplicht bij het voldoen aan hun meldplicht aan het Meldpunt. Ook voor advocaten in Caribisch Nederland geldt dat de verhouding tussen de geheimhoudingsplicht voor advocaten en het toezicht op grond van de Wwft BES is verduidelijkt. Een door de algemene raad van de NOvA aan te wijzen deken uit Europees Nederland zal toezicht houden op de naleving van de Wwft BES door de advocatuur in Caribisch Nederland.
Tot slot bevat de wet onder meer nog actualiseringen van de bepalingen over grensoverschrijdende geldtransporten en wordt wat betreft de definitie van de UBO aangesloten bij de in het Europese deel van Nederland gehanteerde definitie.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 21-06-2021, Stb. 2021, 304
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 28 oktober 2020 tot wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES en de Wet financiële markten BES in verband met het aanpakken van geconstateerde risico’s op witwassen en financieren van terrorisme op de BES en het in overeenstemming brengen van deze wetgeving met de aanbevelingen van de Financial Action Task Force (Stb. 2020, 465) en het Besluit van 11 juni 2021 tot wijziging van het Besluit ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES in verband met de nadere uitwerking van het begrip uiteindelijk belanghebbende, het samenvoegen van categorieën voor eenvoudig cliëntenonderzoek en nadere regels met betrekking tot geldtransporten (Stb. 2021, 290)
—De wet en het besluit treden in werking met ingang van 01-07-2021.