De rechtbank Noord-Holland heeft op 29 maart 2023 de schadevergoeding wegens dwangarbeid van negentien vrouwen tegen kerkgenootschap de Goede Herder afgewezen. De vordering is verjaard. Het verzoek van negentien vrouwen om een uitzondering te maken op de verjaring wijst de rechtbank af. De vrouwen voerden de rechtszaak samen met Stichting Clara Wichmann.

De vrouwen stellen dat de Goede Herder onrechtmatig heeft gehandeld omdat zij tussen 1951 en 1979 in hun jeugd dwangarbeid moesten verrichten bij instellingen van de Goede Herder, zoals in wasserijen en naaiateliers. De vrouwen zeggen dat zij hierdoor schade hebben geleden. De termijn waarbinnen de vrouwen hun vordering konden instellen is al ten minste 19 jaar verstreken. De vrouwen weten dat hun vordering is verjaard, maar zij vinden het niet redelijk dat de Goede Herder een beroep doet op verjaring. De vrouwen stellen hun vordering als groep in en niet individueel.

Oordeel rechtbank

De rechtbank stelt voorop dat de lange verjaringstermijn van artikel 3:310 lid 2 BW in beginsel hard is en vanwege de rechtszekerheid en de billijkheid tegenover de wederpartij strikt moet worden toegepast. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan een beroep op verjaring onaanvaardbaar zijn. De eiseressen hebben de rechtbank er niet van weten te overtuigen dat de verjaring voor hen als groep moet worden doorbroken. Omdat de verjaring in deze zaak niet als groep kan worden doorbroken en er te weinig over de specifieke omstandigheden per eiseres is gezegd, komt de rechtbank niet tot de juridische conclusie dat voor ieder van de eiseressen sprake is van zo’n uitzonderlijk geval dat het beroep van de Goede Herder op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Uit rapporten die in opdracht van de overheid zijn opgesteld, blijkt dat er ook vrouwen zijn die hun verblijf bij de Goede Herder niet als negatief hebben ervaren. Uit die rapporten blijkt verder dat het regime per instelling van de Goede Herder verschilde en dat het regime over de gehele periode 1951-1979 ook veranderde. Daarmee wil de rechtbank niet zeggen dat de vrouwen geen psychische gevolgen ondervinden van hun verblijf bij de Goede Herder. Maar de rechtbank oordeelt dat voor de vrouwen als groep niet kan worden gezegd dat sprake is van een uitzonderlijk geval.  De rechtbank verklaart Stichting Clara Wichmann niet-ontvankelijk in haar collectieve vordering. De belangen van de vrouwen voor wie de Stichting Clara Wichmann opkomt, zijn niet gelijksoortig genoeg en voor een beoordeling van geval tot geval is een collectieve actie niet geschikt.

ECLI:NL:RBNHO:2023:2811

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws