De voorzieningenrechter in Den Haag heeft op 14 april 2017 in een kort geding, dat was aangespannen door een levenslang gestrafte man, aan de Staat opgedragen concreet duidelijk te maken aan welke eisen hij moet voldoen om in aanmerking te komen voor gratie.
De man kreeg in 1989 levenslang voor een roofmoord op een Chinees gezin in Rotterdam in 1987. Hij zit inmiddels bijna dertig jaar gedetineerd. Hij heeft al vijf keer eerder om gratie gevraagd, maar die verzoeken zijn altijd afgewezen. Het zesde verzoek is nog in behandeling en daarop is nog niet beslist.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat het voor de man voldoende duidelijk moet zijn wat er concreet van hem wordt verlangd en waar hij aan toe is. De overige vorderingen, namelijk dat zijn gratieverzoek voor nader advies moet worden voorgelegd aan de Hoge Raad dan wel aan het Hof en dat zijn advocaat moet worden uitgenodigd voor overleg over resocialisatie en opstellen van een stappenplan, worden door de voorzieningenrechter afgewezen.