De Europese Raad en de onderhandelaars van het Europees Parlement hebben op 19 november 2025 een voorlopig akkoord bereikt over de EU-richtlijn tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het insolventierecht. Het richtlijnvoorstel heeft als doel grensoverschrijdende investeringen in de EU te bevorderen, financieringskosten van ondernemingen te verlagen en daarmee bij te dragen aan de versterking van de kapitaalmarktunie in de EU.

  • Met de nieuwe EU-insolventiewetgeving zullen de lidstaten bij het nemen van maatregelen dezelfde (minimum)normen moeten toepassen om te beletten dat schuldenaren de waarde verminderen die schuldeisers kunnen terugkrijgen nadat een onderneming insolvent is verklaard. Met deze zogenoemde vorderingen tot nietigverklaring worden transacties aangevochten die de schuldenaar heeft verricht vóór het ingaan van de faillissementsprocedure. Doel is te voorkomen dat activa onrechtmatig uit de insolvente boedel worden verwijderd.
  • Om ervoor te zorgen dat schuldeisers zo veel mogelijk waarde uit de geliquideerde vennootschap kunnen terugkrijgen, willen de Raad en het EP dat de lidstaten rechtbanken of administratieve autoriteiten aanwijzen die, op verzoek van een insolventiefunctionaris, toegang krijgen tot nationale centrale bankrekeningregisters van hun lidstaat en van andere lidstaten via het koppelingssysteem voor registers van bankrekeningen (Baris) zodat zij deze kunnen doorzoeken op informatie over goederen die tot de insolvente boedel behoren. Deze eis gaat gepaard met regels over de voorwaarden om toegang te krijgen en over het toezicht op de wijze waarop de toegang plaatsvindt.
    Insolventiefunctionarissen krijgen ook toegang tot registers van uiteindelijke begunstigden en bepaalde nationale registers en databanken. Ook hier is het doel de toegang van insolventiefunctionarissen te verbeteren, ongeacht het land waar zij gevestigd zijn.
  • Volgens het akkoord tussen de Raad en het EP zal er in alle EU-lidstaten een zogeheten pre-packprocedure beschikbaar komen. Bij een pre-packprocedure wordt de verkoop van de onderneming van de schuldenaar voorbereid en uitonderhandeld voordat de insolventieprocedure formeel wordt geopend. Dit maakt het mogelijk de verkoop uit te voeren en de opbrengst te verkrijgen kort nadat de formele insolventieprocedure voor de vereffening van een onderneming is geopend.
    Door de pre-packprocedure kunnen overeenkomsten die essentieel zijn voor de voortzetting van de onderneming (d.w.z. nog uit te voeren overeenkomsten) automatisch worden overgedragen van de schuldenaar naar de koper van de onderneming zonder dat er toestemming nodig is van de tegenpartij van de schuldenaar. In overeenstemming met het standpunt van de Raad zal de nieuwe EU-richtlijn echter een aantal waarborgen bevatten om de contractvrijheid te beschermen. Bovendien wordt ervoor gezorgd dat de individuele en collectieve rechten van werknemers uit het Unierecht en het nationale recht niet worden aangetast.
  • De richtlijn zorgt ook voor afstemming van de nationale regels over de verplichting van een bestuurder van een onderneming om tijdig insolventie aan te vragen. Dit is wederom een maatregel die schuldeisers zal helpen om zoveel mogelijk waarde terug te krijgen.
    Bestuurders moeten zo'n verzoek indienen binnen 3 maanden nadat ze zich ervan bewust worden dat de onderneming in financiële moeilijkheden is geraakt. Volgens het standpunt van de Raad kan een lidstaat bepalen dat de verplichting om een insolventieprocedure te openen, wordt opgeschort indien een bestuurder andere maatregelen neemt om schade voor de schuldeisers van een onderneming te voorkomen en om een beschermingsniveau van de schuldeisers te waarborgen dat gelijkwaardig is aan de bescherming die wordt geboden door de verplichting om een insolventieprocedure te openen.
  • Ook nieuw in de wet is dat er in alle lidstaten onder bepaalde omstandigheden schuldeiserscomités moeten worden ingesteld. De wet harmoniseert bepaalde kenmerken van het schuldeiserscomité in alle lidstaten, zoals de samenstelling en de werkwijzen van het comité, en de persoonlijke aansprakelijkheid van de comitéleden.
    Het schuldeiserscomité kan bijdragen tot een voorspelbare en eerlijke verdeling van de gerecupereerde waarde onder de schuldeisers, aangezien hun positie in de insolventieprocedure hierdoor wordt versterkt. Zo wordt de betrokkenheid gewaarborgd van individuele schuldeisers die anders, bijvoorbeeld vanwege beperkte middelen of een gebrek aan geografische nabijheid, niet aan de procedure zouden deelnemen.
    De lidstaten hebben de mogelijkheid om de oprichting van het schuldeiserscomité te beperken tot grote ondernemingen.
  • Om eenvoudiger in een andere lidstaat te kunnen investeren, zijn EU-landen verplicht om een blad met praktische informatie in te vullen over de belangrijkste kenmerken van hun nationale insolventiewetgeving.

Richtlijnvoorstel tot harmonisatie bepaalde aspecten insolventierecht

Bron: www.consilium.europa.eu

Laatste nieuws