Controverses over de monumenten en standbeelden in de openbare ruimte ontstaan uit onbegrip over de geschiedenis en beeldtaal, over locatie, eigenaarschap en over procedures rond besluitvorming. Dat schrijft de KNAW in een op 23 oktober 2023 gepubliceerd rapport.

Het rapport gaat over monumenten en standbeelden in de openbare ruimte die raken aan het koloniaal verleden en slavernij en aan oorlogen en genocide. De laatste jaren veranderen opvattingen over monumenten onder invloed van bewegingen als Black Lives Matter, door sociale bewustwording en de groei van historisch besef. De KNAW concludeert dat gemeentes onvoldoende zicht hebben op monumenten en hun historische kennis te kort schiet. Daardoor reageren ze ad hoc op discussies die heftiger zijn geworden. Ook op nationaal niveau is de registratie van publiek cultureel erfgoed niet op orde. In het rapport geeft de KNAW advies over hoe bestuurders, beleidsmakers en burgers daar beter mee om kunnen gaan.

Evenwichtige omgang omstreden monumenten

Monumenten zijn een vorm van cultureel erfgoed: door de mens gemaakte objecten die waarden en tradities van een bepaalde tijd uitdragen. Ze kunnen een grote rol spelen bij het verkrijgen van meer historisch inzicht en bij maatschappelijke discussies over het verleden. Daarvoor zijn hulpmiddelen zoals educatief materiaal en gespreksmethodieken ontwikkeld. Tegelijkertijd is het belangrijk dat bestuurders en beleidsmakers meer oog krijgen voor de eenzijdigheid van bepaalde monumenten en voor het ontbreken van gedenktekens. Dan is wel duidelijke besluitvorming nodig. Dit kan helpen om ervaren onrecht te verminderen of te verzachten. Voor een evenwichtige omgang met omstreden monumenten geeft het rapport onder meer de volgende aanbevelingen:

  • Hou rekening met de geschiedenis van het monument zelf, waarom wie of wat wanneer is afgebeeld en hoe generaties daar vroeger over dachten. Het standbeeld van Coen in Hoorn was bijvoorbeeld al omstreden toen het in 1893 werd opgericht.
  • Voor vorm beeldtaal en plaats moet meer aandacht zijn. Maak daarbij gebruik van de expertise van beeldend kunstenaars en kunsthistorici.
  • Het is de verantwoordelijkheid van bestuurders om gesprekken te voeren waarbij alle partijen (omwonenden, nabestaanden, actiegroepen) serieus betrokken worden. Veel weerstand ontstaat uit gebrek aan communicatie en informatie.
  • Ontwikkel als gemeente een beleidsvisie op het ‘herinneringslandschap’ in de regio: welke standbeelden en monumenten zijn er, welke ontbreken? Wie wel of niet een standbeeld of straatnaam krijgt is een delicate beslissing die ook groepen uitsluit.
  • De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) kan meer ondersteuning bieden met een goed onderhouden landelijk monumentenregister, gekoppeld aan een kennisbank met afbeeldingen en verbindingen naar andere gemeentelijke websites.

Wat te doen met omstreden monumenten?

Er zijn verschillende oplossingen:

  • laten zoals het was: dat werkt meestal niet;
  • context bieden met verklarende bordjes en QR-codes: heeft een beperkt effect;
  • een nieuwe naam of functie geven: dat wist vaak een deel van de geschiedenis uit;
  • verplaatsen van monumenten naar een museum: is een mogelijkheid maar gebeurt vrij weinig;
  • vernietiging: leidt tot uitwissen van een stuk  geschiedenis;
  • een veelbelovende aanpak is conceptuele vernieuwing: dan krijgt het monument een nieuwe context, zoals een kritische omlijsting, een tegenbeeld, een artistieke transformatie.

In het rapport staat ook een stappenplan in vijf fasen als handreiking aan bestuurders voor de omgang met nieuw op te richten of bestaande monumenten.

Wankele sokkels - omstreden monumenten in de openbare ruimte

Bron: www.knaw.nl

Laatste nieuws