De crisis ontstond toen eind september drie parlementsleden overstapten naar de oppositie. Die diende daarop een motie van wantrouwen in tegen het kabinet-Gumbs. De nieuwe meerderheid tekende een regeerakkoord en stuurde dat naar Gouverneur Holiday. Maar Gumbs stuurde een landsbesluit naar de Gouverneur, waarin het parlement werd ontbonden en verkiezingen werden uitgeschreven. Gumbs weigert af te treden zolang de gouverneur het landsbesluit niet ondertekent.

Verzoek

Op verzoek van de Gouverneur hebben Evert Jan van der Poel, president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Bob Wit, president van het Constitutioneel Hof van Sint Maarten en Jan de Boer, lid van beide hoven, een aantal juridische vragen beantwoord die betrekking hebben op de ontstane politieke impasse. Omdat het zuivere staatsrechtelijke interpretatievragen betreffen van een soort dat noch aan het Gemeenschappelijk Hof noch aan het Constitutioneel Hof kan worden voorgelegd, is op het verzoek ingegaan.

 

Motie van wantrouwen

De vraag of de Raad van Ministers op grond van de Staatsregeling gehouden is hun ambt ter beschikking te stellen, indien een motie van wantrouwen tegen hen is aangenomen wordt bevestigend beantwoord. De ministers dienen daaruit zonder uitstel consequenties te trekken. De ministers mogen ook geen voorbehoud maken ten aanzien van de
verplichting om hun ambt ter beschikking te stellen en deze niet afhankelijk maken van een andere gebeurtenis. Het antwoord op de vraag of het land daardoor niet onbestuurbaar wordt is nee. De Gouverneur neemt het ontslag namelijk in overweging maar gaat (nog) niet over tot verlening van het ontslag. Zo lang het ontslag niet daadwerkelijk is verleend beperken de ministers zich tot de lopende zaken.

 

Taak Gouverneur

Indien de ministers in strijd met hun rechtsplicht hun ambt niet ter beschikking stellen, zijn er geen juridische of constitutionele beletselen om een nieuw kabinet te formeren. Dat proces zal in dat geval kunnen worden afgerond met het ontslag van de Raad van Ministers en de benoeming van een nieuwe Raad van Ministers. Voornoemde besluiten worden dan mede door de nieuwe minister-president ondertekend.

Het voorgaande wordt niet anders indien het zittende kabinet besluit ontbinding te bevorderen en daartoe een ontwerp-besluit aan de Gouverneur voorlegt. Gelet op zijn verantwoordelijkheid voor de constitutionele orde is de Gouverneur niet verplicht mee te werken aan de totstandkoming van een ontbindingsbesluit dat is voorgelegd door een kabinet dat bestaat uit ministers die in strijd met de Staatsregeling hun ambt niet ter beschikking stellen.

 

Ontbindingsbevoegdheid

Het antwoord op de vraag of de Raad van Ministers, op grond van de Staatsregeling, bevoegd is de Staten te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te roepen, nadat een motie van wantrouwen tegen hen is aangenomen, wordt bevestigend beantwoord.

Dat zuivere ‘conflictontbindingen’ – uitgaande van de gedachte dat als het parlement ‘slaat’, de regering kan ‘terugslaan’ en aan de kiezers het beslissende woord kan geven – zich in Nederland zelden hebben voorgedaan en in de Nederlandse Antillen en Aruba niet, betekent op zichzelf niet dat artikel 59 van de Staatsregeling deze mogelijkheid uitsluit. Sommige staatsrechtdeskundigen in Nederland stellen dat het staatsbestel in de tegenwoordige tijd zodanig is ‘geparlementariseerd’ dat een ontbinding tegen de wil van het parlement niet behoort plaats te vinden en daarom inconstitutioneel is. Anderen menen echter dat een zodanige uitleg de zelfstandige status van het ontbindingsrecht van de regering aantast en daarmee het evenwicht verstoort tussen regering en parlement. Daarom kan geen algemeen aanvaarde regel van ongeschreven staatsrecht worden aangenomen inhoudende dat het ontbindingsrecht van de regering afhankelijk is van parlementaire instemming. Ook indien dit in Nederland wel reeds geldend recht zou zijn geworden, brengt dit nog niet met zich dat in Sint Maarten de klassieke uitleg is ‘meeveranderd’. De politieke situatie in Sint Maarten met een slechts uit vijftien zetels bestaand parlement verschilt daarvoor te zeer van die in Nederland. Ontbinding behoort echter een uitzondering te blijven, veelvuldige toepassing zou afbreuk doen aan het gezag van parlement.

De centrale vraag, te weten of artikel 59 van de Staatsregeling van Sint Maarten heden ten dage, ook na een motie van wantrouwen tegen de regering, ‘conflictontbindingen’ toestaat, wordt dan ook unaniem bevestigend beantwoord. Of van de ontbindingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt en of het verstandig of prudent is daarvan gebruik te maken is echter in laatste instantie een politieke kwestie waar de heren uiteraard wijselijk buiten blijven. 

 

(Op woensdag 28 oktober heeft het kabinet Gumbs haar ontslag ingediend.)

Laatste nieuws